Nieuws

Tienduizenden Oekraïense arbeidsmigranten gestrand in Nederland

Al voor de oorlog begon kwamen er tienduizenden Oekraïense arbeidsmigranten naar Nederland. Zij hebben niet de status van vluchteling of asielzoeker, maar van arbeidsmigrant. De Oekraïense werknemers verblijven hier al maanden of zelfs jaren, maar zijn amper in beeld bij verantwoordelijke instanties zoals gemeenten, de Arbeidsinspectie en de Sociale Verzekeringsbank. “Deze mensen zijn op dit moment extra kwetsbaar voor uitbuiting”, zegt Edwin Atema van vakbond FNV, “ze kunnen letterlijk niet terug naar huis.”

Omdat Oekraïne geen lid is van de Europese Unie mochten Oekraïense burgers voordat de oorlog uitbrak in principe niet zomaar in Nederland werken. Maar EU-lidstaten als Polen en Litouwen hebben minder strenge regels voor het verstrekken van werkvisa. Bedrijven in die Oost-Europese landen kunnen hun Oekraïense werknemers – maar ook werknemers uit bijvoorbeeld Wit-Rusland – vervolgens “detacheren” naar Nederland.

Ze werken hier in het transport, de bouw of slachthuizen, maar blijven in dienst van een Pools of Litouws bedrijf, en betalen daar in veel gevallen ook werkloosheids- en pensioenpremies. 

Deze groep naar Nederland “gedetacheerde” Oekraïense arbeidsmigranten groeit al jaren, blijkt uit cijfers van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het aantal Oekraïners dat via een Pools bedrijf in Nederland werkt, en ook in Polen sociale premies betaalt, is tussen 2017 en 2021 bijna verviervoudigd van ongeveer vijf- naar twintigduizend.

Fraudegevoelige arbeidsorganisatie

Onderzoeksbureau SEO onderzocht afgelopen jaar het aantal gedetacheerde werknemers, samen met onderzoekers in tien Europese landen. De onderzoekers berekenden dat Oekraïners veruit de grootste groep arbeidsmigranten van buiten de EU vormt, volgens SEO meldden werkgevers 72 duizend Oekraïners in Nederland aan in 2021. 

“Deze manier van arbeid organiseren is enorm fraudegevoelig”, zegt Jan Cremers, onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg. Werkgevers zetten dit soort constructies ook in voor “langdurige, laagbetaalde arbeid”, zegt hij. “Vaak zetten bedrijven zelfs specifiek een bedrijf op in Polen of Cyprus dat slechts een doorgeefluik is van goedkoop personeel.” 

Hoewel de Oekraïense arbeidsmigranten zich – net als Oekraïense vluchtelingen – mogen inschrijven bij de gemeente en zo direct bij een Nederlands bedrijf kunnen werken, gebeurt dat lang niet altijd. Bij navraag door onderzoeksplatform Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer langs dertien gemeenten waar veel arbeidsmigranten wonen en werken, blijkt dat negen hiervan geen zicht hebben op waar Oekraïense arbeidsmigranten zich bevinden.

Het opsporen van misstanden gaat moeizaam. De Sociale Verzekeringsbank is de enige instantie die bijhoudt hoeveel Oekraïners er in Nederland werken, maar in een ander EU-land premies betalen. Ze is hiervoor afhankelijk van meldingen van werkgevers en van buitenlandse instanties. Bovendien weet de SVB meestal niet waar deze arbeidsmigranten in Nederland wonen en werken. 

Doordat deze Oekraïners niet in dienst zijn van een Nederlandse werkgever, heeft ook het UWV ze niet in beeld. De Arbeidsinspectie zegt het lastig te vinden uitbuiting van deze groep op te sporen: “In Nederland is vaak weinig administratie rond de tewerkstelling van deze mensen terug te vinden.”

“Oekraïners die op deze arbeidsconstructies werken zijn sowieso al kwetsbaar, maar nu ze niet naar huis kunnen des te meer”, zegt Cremers. Ze zijn amper sociaal verzekerd en krijgen in sommige gevallen zelfs minder dan het minimumloon betaald. De arbeidsmigranten wonen soms maandenlang in de cabine van hun vrachtwagen of in vervallen vakantieparken, blijkt uit gesprekken met Oekraïense arbeidsmigranten en experts. 

Atema van de FNV spoort al jaren misstanden op in het internationale transport en ziet hoe de situatie van Oekraïense chauffeurs kwetsbaarder is geworden: “Ze staan soms huilend naast hun truck. We spraken iemand die al twaalf weken onderweg is, maar niet naar huis kan omdat zijn dorp helemaal plat gebombardeerd is.”

Het uitlenen en schuiven met werknemers van buiten de EU is al langer een politieke kopzorg. “Premieshoppen” noemde toenmalig minister van sociale zaken en werkgelegenheid, Wouter Koolmees, het in 2020. Het bestrijden hiervan gaat moeizaam, schreef Koolmees, omdat lidstaten “niet altijd effectief op signalen van schijnconstructies reageren”. 

Lees het onderzoek

Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek is onmisbaar in een democratie. Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend