Toekomst van Nederlandse havens op los zand

Miljardenprojecten Ministerie van Infrastructuur leunen op fossiele toekomst

Ijmuiden / ANP

Nieuws

Miljardenprojecten Ministerie van Infrastructuur leunen op fossiele toekomst

Het Rijk houdt bij de aanleg van infrastructuur geen rekening met de uitvoering van de Parijse klimaatdoelen. Gloednieuwe sluizen en vaarwegen zouden nodig zijn voor de doorvoer van grote hoeveelheden kolen en olie, terwijl die fossiele energiebronnen internationaal in de ban gaan voor het klimaat. Bij een geslaagde energietransitie is het nut van miljardenprojecten rond de havens onzeker. Dat blijkt uit onderzoek van Platform Investico voor Trouw, De Groene Amsterdammer en online magazine Vers Beton.

Ook de nieuwste plannen van het kabinet rekenen nog op fossiele doorvoer. In de meest recente vervoersprognoses van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, die vorig jaar de basis waren voor de plannen van het nieuwe kabinet, blijft het vervoer van steenkolen en aardolie in grote hoeveelheden bestaan. In 2050 resteert nog de helft van de kolendoorvoer, de doorvoer van aardolie blijft nagenoeg gelijk. Volgens Ad van Wijk, hoogleraar duurzame energiesystemen aan de TU Delft, is dat niet uit te leggen. “Dit rijmt helemaal niet met De Green Deal in Europa, dan wel met klimaatbeleid dat we in Nederland voor ogen hebben”. 

In de financiële onderbouwing van de Zeesluis Terneuzen, Zeesluis IJmuiden en de Tweede Maasvlakte wordt gerekend op de doorvoer van grote hoeveelheden kolen en olie tot 2040. Zeesluis IJmuiden, die begin dit jaar werd geopend, is de grootste zeesluis ter wereld en kostte 800 miljoen euro. De kosten-batenanalyse die Rijkswaterstaat vooraf liet uitvoeren rekent op een stabiele stroom fossiele brandstoffen tussen 2020 en 2040. In een ander toekomstscenario was de aanleg van de sluis niet rendabel. In werkelijkheid kromp de doorvoer in het Noordzeekanaal de afgelopen twee jaar, voor een belangrijk deel als gevolg van de energietransitie. De doorvoer van kolen, olie en gas daalde met bijna een kwart.

Het Centraal Planbureau (CPB) ontwikkelde drie jaar geleden al een scenario waarin de opwarming van de aarde onder twee graden zou blijven, zoals in ‘Parijs’ afgesproken. Het planbureau adviseerde om dit scenario bij aanleg van nieuwe spoor- en vaarwegen door te rekenen, maar dat is sindsdien bij geen enkel project gebeurd. Volgens het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat had een extra analyse met het CPB-scenario bij recente investeringen ‘waarschijnlijk niet’ tot andere inzichten geleid.                                                          

In een doorrekening van het CPB-scenario is het vervoer van kolen in 2050 vijfenzeventig procent lager dan tot nu toe verwacht, voor olie is het veertig procent lager. Dat heeft mogelijk grote gevolgen voor de haven van Rotterdam, waar ongeveer de helft van de inkomende goederen fossiele brandstoffen zijn. In de haven van Amsterdam is meer dan twee derde van de goederen fossiel.

Het Planbureau voor de Leefomgeving is op dit moment bezig een twee-gradenscenario in de nieuwe prognoses te verwerken, zo laat het weten in een reactie op vragen van Investico. Op zijn vroegst zou dat pas in 2025 zo ver kunnen zijn. “Tot die tijd behelpt het ministerie zich met beperkte aanpassingen”, zegt PBL-onderzoeker Hans Hilbers. 

Zowel het Rotterdamse als het Amsterdamse havenbedrijf rekenen op grootschalige import van waterstof om de teruglopende fossiele doorvoer te compenseren. Maar daarover heeft hoogleraar Ad van Wijk, die al jaren onderzoek doet naar waterstof, zo zijn twijfels. De Duitse industrie is een belangrijke afnemer van de Nederlandse havens en zou waterstof ook rechtstreeks uit Noord-Afrika per pijpleiding kunnen ontvangen. Volgens Van Wijk kan de energietransitie een bedreiging zijn voor de havens. 

Rijkswaterstaat is bezig met de aanleg van een nieuwe zeesluis in Terneuzen, die even groot moet worden als de sluizen in het Panamakanaal. Uit de onderbouwing blijkt dat dit project alleen rendabel is wanneer fossiele doorvoer fors blijft groeien, met ruim dertig procent tussen 2020 en 2040, een scenario dat haaks staat op internationale klimaatafspraken. 

Verantwoording

Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer

Onderzoek met bronnen

De havens het schip in

Ijmuiden / ANP

In onze havens is de afgelopen jaren flink geïnvesteerd vanuit de aanname dat grootschalige doorvoer van fossiele brandstoffen door zal gaan. Daarmee negeert de overheid de klimaatdoelen van Parijs.

‘Het zit erop! De opening van de grootste zeesluis ter wereld. U hoort nog steeds de toeters. Mensen zijn blij, mensen gaan door het dolle. Mensen zijn hartstikke trots dat dit wereldwonder – want zo mogen we het wel noemen – nu een feit is. U bedankt voor het kijken, we kunnen weer honderd jaar vooruit!’ Met die woorden sluit de presentator op 26 januari de livestream1 van Rijkswaterstaat af. Kort daarvoor heeft Koning Willem-Alexander de deur van Zeesluis IJmuiden met een ferme muisklik geopend en komt het eerste schip vanuit de nieuwe sluis stapvoets het Noordzeekanaal opgevaren. 

Zeven jaar geleden nam Rijkswaterstaat het definitieve besluit voor de bouw van Zeesluis IJmuiden,2 die toegang geeft tot de haven van Amsterdam. Die was nodig omdat de Amsterdamse haven nog jaren zou blijven groeien, de bestaande sluizen zouden de toestroom op den duur niet meer kunnen verwerken. Dus maakte het vaart met een veel ruimere sluis. Het resultaat is zelfs iets groter dan het oorspronkelijke ontwerp, maar kan zich daardoor wel de grootste zeesluis ter wereld noemen3. De doorvoer kan daarmee nog ruim dertig procent groeien, tot 125 miljoen ton per jaar. 4

Maar de afgelopen jaren groeide de Amsterdamse haven helemaal niet. Integendeel: de haven kampt juist met tegenvallende cijfers5, voor een belangrijk deel vanwege een verminderde vraag naar fossiele brandstoffen. Op dit moment is twee derde van de doorgevoerde goederen fossiel: gas, kolen en vooral ontzettend veel benzine6. Wie de overslagcijfers van de Amsterdamse haven bekijkt, vraagt zich af voor welke toekomst deze nieuwe sluis precies gebouwd is. 

De bouw van Zeesluis IJmuiden past in een strategie waar de Nederlandse overheid al decennia voor kiest7: zolang zij vol inzet op nog grotere, nog modernere infrastructuur, blijven de goederen voor Europa via dit land binnenkomen. En dat levert banen en welvaart op, zo redeneert Den Haag. De strategie heeft jarenlang gewerkt. Ieder jaar legden meer schepen aan, met grotere ladingen8, en dus bleven de havens groeien, net als de omliggende sluizen en vaarwegen. 

Kolen, olie en gas

Maar ondertussen zijn het vooral fossiele brandstoffen die de havens binnenstromen, bestemd voor de export naar de ons omringende landen9. Afgelopen jaar bestond ongeveer een kwart van de goederen in het kanaal bij Terneuzen uit kolen, olie en gas10. In de Rotterdamse haven zijn fossiele brandstoffen goed voor de helft van het verkeer11, in Amsterdam is het zelfs tweederde12

Tegelijkertijd tekenen de rampzalige gevolgen van klimaatverandering zich steeds duidelijker af. Het gebruik van fossiele brandstoffen moet sterk en vooral snel verminderen om de aarde niet meer dan twee graden te laten opwarmen zoals het Parijs-akkoord uit 2015 voorschrijft13. Europa wil in 2030 55 procent minder CO2 uitstoten en in 2050 volledig klimaatneutraal14 zijn. In dat toekomstbeeld is er weinig ruimte voor fossiele brandstoffen. Vorig jaar was hernieuwbare energie voor het eerst de belangrijkste elektriciteitsbron in de Europese Unie, groter dan fossiel15. Dat inzicht lijkt nog niet doorgedrongen tot de Nederlandse overheid en haar onderzoeksbureaus, die rekenen nog steeds met een toekomst die niet langer bestaat. 

Platform Investico ontrafelde voor De Groene Amsterdammer, Trouw en Vers Beton het fossiele optimisme van de Nederlandse havens. We onderzochten de businesscases voor de Tweede Maasvlakte, Zeesluis IJmuiden en Zeesluis Terneuzen: de grootste Rijksprojecten voor vaarwegen van de afgelopen twintig jaar. Ook voor toekomstige investeringen gingen wij na op welke toekomst zij rekenen. Daaruit blijkt dat het fossiele groeidenken diep verankerd zit in de hoofden van havendirecteuren, wethouders en ministers. De toekomstscenario’s die dit soort investeringen onderbouwen negeren tot op de dag van vandaag de klimaatdoelen. Rijkswaterstaat investeerde de afgelopen jaren miljarden aan belastinggeld in sluizen en vaarwegen, in de veronderstelling dat grootschalige fossiele doorvoer zou blijven bestaan16. Zonder die aanname was de noodzaak voor die infrastructuur aanzienlijk lager. Het Ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat rekent nog steeds niet met een scenario waarin de klimaatdoelen van Parijs worden gehaald17. Zelfs de meest recente vooruitzichten, die de basis waren voor het regeerakkoord, rekenen tot 2050 op doorvoer van grote hoeveelheden kolen en olie18

De havenbedrijven denken zelf dat de aanvoer van nieuwe brandstoffen zoals waterstof een eventuele krimp zullen opvangen, maar volgens deskundigen is de onderbouwing daarvoor wankel. De energietransitie ‘kan een bedreiging zijn voor de Nederlandse havens,’ zegt Ad van Wijk, hoogleraar Future Energy Systems aan de TU Delft. Economisch geograaf Walter Manshanden denkt zelfs dat de haven ‘serieus gaat krimpen’ in de komende tien jaar. ‘Hernieuwbare energie is in essentie juist decentraal, we gaan niet meer op één plek heel veel aardolie en kolen uit de grond halen en verschepen’.

Op woensdag 23 maart, om tien minuten over twaalf, klinkt een oorverdovende knal gevolgd door een schokgolf, die Terneuzen op zijn grondvesten doet schudden19. In het oude centrum van de stad breken ruiten en zakken muren scheef. Een man rent de tuin in, bang dat zijn huis zal instorten20. Aan de andere kant van de stad schudden de muren van een nieuwbouwflat, een deur vliegt open21. ‘Alsof er een zware goederentrein onder het huis denderde,’ schrijft Lidija Miri uit Terneuzen even later op Facebook. ‘Ramen en deuren klapperden22. Schilderijen van de muur gevallen.’ Meer dan 140 huizen in Zeeland lopen schade23 op. De Vlaamse seismologische dienst registreert zelfs in de Ardennen nog een beving. Het epicentrum, concluderen de Zuiderburen even later met verbazing, ligt vlak voor de Zeeuwse kust24.

Rijkswaterstaat zou die dag met een gecontroleerde ‘plof’ de damwand van de oude sluis in Terneuzen in stukken breken, zodat die daarna stuk voor stuk kon worden afgebroken25. Maar ‘dertien tot vijftien ton springstof26’ blijkt te veel van het goede: van de twaalf meter hoge damwand is na de harde klap geen spoor meer te bekennen. Brokken beton liggen verspreid over de omliggende wegen.27

Rijkswaterstaat breekt de oude sluis bij Terneuzen af omdat die moet wijken voor een veel groter exemplaar28, verderop in het kanaal zijn ze al begonnen aan de bouw. Afgelopen jaar was ruim een kwart van de schepen in dit kanaal beladen met fossiele brandstoffen29. Het Rijk verwacht dat de hoeveelheid schepen zal blijven groeien30, zoals het de afgelopen jaren altijd heeft gedaan. 

De nieuwe sluis is in 202331 klaar, wordt even groot als de sluizen in het Panamakanaal32 en zal de haven van Gent bereikbaar maken voor de allergrootste zeeschepen33. De Nederlandse en Vlaamse overheid trekken er gezamenlijk ruim negenhonderd miljoen euro voor uit34. Zulke bedragen zijn niet ongebruikelijk. Afgelopen jaar trok het Rijk 1,3 miljard euro uit voor de uitbreiding van vaarwegen35, zoals de Volkeraksluizen bij Willemstad en de Maasroute tussen Weurt en Ternaaien. Het jaar daarvoor was het een miljard. 

Maatschappelijke baten

Dit soort overheidsinvesteringen hoeven zichzelf niet terug te verdienen, tenminste niet in letterlijke zin. Niemand verwacht dat de sluiswachter in Terneuzen over een aantal jaar met negenhonderd miljoen euro op de proppen komt. Een kavel op de Tweede Maasvlakte levert huur op, maar ook dat hoeft de kosten voor aanleg van dat gebied niet te dekken. Toch maken overheden voor iedere investering een soort business-case. Daarin rekenen zij niet met harde euro’s maar met ‘maatschappelijke baten’. Elke investering van publiek geld zou de maatschappij uiteindelijk méér moeten opleveren dan het kost.

We verzamelden de zogenoemde kosten-batenanalyses van de Tweede Maasvlakte, Zeesluis IJmuiden en Zeesluis Terneuzen. Dat zijn de grootste investeringen in Rijksvaarwegen van de afgelopen twintig jaar met een gezamenlijke waarde van 4,6 miljard euro. De uitgebreide analyses, gemaakt door vooraanstaande ingenieursbureaus zoals Ecorys of DHV, geven een ontnuchterend beeld. In kleurrijke grafieken schetsen ze verschillende varianten van de toekomst, maar in geen enkele kickt Europa af van zijn fossiele verslaving. 

‘Vrijwel alle deskundigen zijn van mening dat de olieconsumptie in Noordwest Europa niet veel zal veranderen,’ schrijft het Centraal Planbureau ruim twintig jaar geleden in de kosten-batenanalyse voor de Tweede Maasvlakte36. Dat betekent van 2020 tot 2035 een ‘gelijkblijvend ruimtegebruik van de raffinagesector.’ Voor de overslag van kolen maakt het planbureau eenzelfde voorspelling, ook daarvoor blijft het ruimtegebruik ongeveer gelijk. Datzelfde jaar concludeert het International Panel on Climate Change (IPCC) dat de aarde koerst op een opwarming van 1,5 tot 4,5 graden 37 Celsius, ‘waarschijnlijk’ door de verbranding van fossiele brandstoffen. De uitbreiding van de Rotterdamse haven wordt twaalf jaar later opgeleverd en kost 2,9 miljard euro.38 

De kostenbaten-analyse van Zeesluis IJmuiden voorspelt in 2012 dat het goederenvervoer zal blijven groeien39. Tussen 2020 en 2040 blijft de doorvoer van kolen en olie ongeveer gelijk, de vracht zou voor meer dan de helft uit fossiele brandstoffen bestaan. In 2015, het jaar van het historische Parijs-akkoord, neemt Rijkswaterstaat het definitieve besluit voor de bouw van de nieuwe sluis. Alleen in het scenario met de hoogste economische groei en met forse hoeveelheden fossiele brandstoffen zou de sluis rendabel zijn. De sluis kost uiteindelijk achthonderd miljoen 40 euro.

De nieuwste aanwinst, Zeesluis Terneuzen, is alleen rendabel wanneer fossiel vervoer fors blijft groeien, ruim dertig procent tussen 2020 en 204041. De woorden klimaat of transitie komen in het document uit 2008 niet voor. Zonder verdere analyses gaf Cora van Nieuwenhuizen, destijds Minister van Infrastructuur en Waterstaat, in 2017 het startsein voor de bouw. De totale kosten worden geraamd op ruim negenhonderd miljoen 42 euro.

De kleurrijke grafieken in de kosten-batenanalyses, hoe onrealistisch ook, maken gebruik van zeer geavanceerd rekenwerk: de zogeheten ‘Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving’, beter bekend als de ‘WLO’. In die scenario’s maken de rekenaars van het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving toekomstbeelden tot het jaar 2050. Het maken van scenario’s is van groot belang voor het beoordelen van langetermijnbeleid, zegt Hans Hilbers, programmaleider mobiliteit en modelexpert bij het Planbureau voor de Leefomgeving. ‘Een weg kan je niet zomaar afschaffen: die ligt er voor decennia. Bovendien zijn het dure dingen. Er gaan miljarden om in infrastructuur’.

Voor het maken van die scenario’s doen de planbureaus diverse aannames over de toekomst, keurig met referenties naar wetenschappelijke literatuur. Neem bijvoorbeeld het aantal verwachte huishoudens in de toekomst. Dat groeit naarmate er meer echtscheidingen plaatsvinden. En wat blijkt? Voor het aantal echtscheidingen is het opleidingsniveau weer een belangrijke factor: hoger opgeleiden scheiden kennelijk vaker dan lager opgeleiden. Althans, bij vrouwen. Voor mannen maakt het opleidingsniveau geen verschil43.

Geen rekening met klimaatbeleid

De scenario’s houden rekening met uiteenlopende mogelijke ontwikkelingen. Zoals de beschikbaarheid van een ‘Noordelijke Zeeroute’: een nieuwe, kortere zeevaartroute tussen China en Europa via de noordzijde van Rusland langs de Noordpool. Deze is te gebruiken wanneer het ijs van de Noordpool voldoende is weggesmolten als gevolg van de opwarming van de aarde. Maar, op basis van ‘diverse klimaatmodellen met betrekking tot de timing van ijsvrije maritieme wateren’, zo leest de WLO, ‘is het niet aannemelijk dat een toegankelijke Noordelijke Zeeroute binnen de tijdshorizon van de huidige WLO te verwachten is44’. 

De mate van detail maakt het extra opmerkelijk dat de scenario’s geen rekening met een serieus klimaatbeleid en de gevolgen daarvan voor het goederenvervoer. De WLO gaat er van uit dat fossiele brandstoffen in grote hoeveelheden vervoerd zullen blijven worden en rekent met geen enkel scenario dat onder de twee graden opwarming blijft. De temperatuurstijging loopt in de WLO op tot maximaal 4 graden45, een scenario dat de Wereldbank al in 2012 ‘verwoestend46’ noemde. Kuststeden zouden overstromen en de voedselproductie zou in gevaar komen, met ongekende hittegolven en onomkeerbaar verlies aan biodiversiteit. Het roept de vraag op of zeesluizen in een dergelijke wereld überhaupt nog wel nut hebben.

De reden dat de klimaatdoelen niet in de scenario’s zijn verwerkt is eenvoudig: de huidige WLO werd gepubliceerd in 2015, elf dagen voordat de uitkomsten van de VN-klimaattop in Parijs bekend waren47. Sindsdien in het model niet meer geüpdatet om aan het akkoord te voldoen.

Is er dan nooit iemand benieuwd geweest naar de consequenties van een succesvolle energietransitie voor de infrastructuur van Nederland? Pas drie jaar geleden, in 2019 onderzocht het Centraal Planbureau 48 voor het eerst precies dat: de gevolgen van een energietransitie op het transport van fossiele brandstoffen. Wat blijkt? Het rekenmodel dat tot dan toe werd gebruikt hield ‘onvoldoende rekening’ met de effecten van de energietransitie: het kent geen ‘optie om rekening te houden met trendbreuken in het gebruik van energiedragers.’ Dus maakte het Planbureau een toekomstscenario waarin de Europese economie wél zou afstappen van fossiele brandstoffen en de wereld wél onder de twee graden opwarming zou blijven. 

Twee-gradenscenario

Niet onverwacht was de conclusie van het CPB dat de energietransitie gepaard gaat met ‘grote onzekerheden in de toekomstige omvang van het goederenvervoer’. Vooral het vervoer over spoor en water wordt momenteel gedomineerd door kolen en olie49. Het effect van de energietransitie op die routes bleek zo groot, dat het CPB adviseerde om bij de aanleg van nieuwe spoor- en vaarwegen altijd hun twee-gradenscenario te raadplegen. Dat deed, zover wij na konden gaan, niemand50

Allard Castelein, de directeur van het Rotterdamse Havenbedrijf, ontvangt ons in zijn kantoor op de Kop van Zuid in Rotterdam. Honderdvijftig jaar geleden was deze Maasoever het hart van de Rotterdamse haven, nu staan er wolkenkrabbers met kantoren en de duurste appartementen van de stad. Het ruime kantoor van Castelein bevindt zich op de zestiende verdieping van zo’n toren en geeft een adembenemend uitzicht op de stad en de haven. Linksvoor takelen kranen containers van de schepen, daarachter roken de schoorstenen van de raffinaderijen in Pernis. Op deze heldere dag zijn in de verte nog net de windmolens op de Tweede Maasvlakte zichtbaar.

‘Mensen vragen mij wel eens: hoe ziet de Rotterdamse haven er in 2050 uit,’ zegt Castelein. ‘Nou, mijn elektrische auto ziet er niet heel anders uit dan een auto met verbrandingsmotor. Het heeft wielen, stoelen en een stuur, alleen onder de motorkap zit het verschil. Dat gaat ook gebeuren in de haven: de fabrieken blijven bestaan, maar er gaat wat anders in en komt wat anders uit.’

Nieuwe brandstoffen

De haven heeft zelf vier toekomstscenario’s ontwikkeld, niet één daarvan wijst op afnemende bezetting van het terrein. Op dit moment is de helft van het haventerrein in gebruik voor overslag, opslag en verwerking van fossiele brandstoffen51. Castelein twijfelt er niet aan dat de groene industrie de vrijkomende ruimte zal opvullen. Of er in de toekomst ruimte die nu voor fossiele industrie wordt gebruikt, beschikbaar komt voor andere doeleinden, zoals woningbouw? ‘Onwaarschijnlijk’. Hij rekent vooral op de import van grote hoeveelheden waterstof over zee, bijvoorbeeld uit Latijns-Amerika of Australië. Dat de Europese Commissie zich vooral richt op productie van waterstof binnen Europa of aangrenzende52 landen, deert hem niet. ‘Stel het komt uit Noord-Afrika, dan is een pijpleiding over de Alpen naar Duitsland echt niet efficiënt. Een schip is dat wel.’

Dat vertrouwen in de nieuwe brandstoffen leeft ook in Amsterdam. Egbert de Vries is daar sinds begin vorig jaar wethouder Verkeer, Vervoer en Water. ‘Je kan er van alles van vinden maar we hebben gewoon energie nodig, zeker in zo’n dichtbevolkt gebied als Noord-West Europa. Als het geen olie is, zullen we andere vormen van energie gaan gebruiken. Die energie zal ook weer versleept moeten worden.’ Dat de overslag in de haven nu al twee jaar op rij krimpt, is volgens hem geen reden tot zorgen. ‘In een transitieperiode zal je altijd bewegingen zien rond de goederenstromen, maar daarna zal de overslag weer gaan groeien.’ 

 Volgens de wethouder was de aanleg van de grootste sluis ter wereld een goede investering, ook met de kennis van nu. ‘Acht jaar geleden was er zelfs meer onzekerheid dan nu. We gaan richting een waterstofeconomie, maar ook andere vormen van energie zoals methanol. Een bedrijf voor methanolproductie is zich al aan het vestigen.’ Houdt de gemeente daarnaast ook rekening met een scenario waarin de haven zal krimpen? ‘Volgens mij zit dat nu niet in onze havenvisie.’ 

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bevestigt in een reactie dat het twee-graden scenario van het CPB uit 2019 tot nu toe nog niet is gebruikt. De uitbreiding van de sluizen bij Grave, bij Weurt, en Kornwerderzand: allemaal projecten die pas kort geleden zijn  gestart. Toch rekent de overheid  nog steeds met de oude scenario’s – die uitgaan van een wereld die meer dan twee graden opwarmt. Volgens het ministerie had een extra analyse met het twee-graden scenario ‘waarschijnlijk niet’ tot andere resultaten geleid53

Het Planbureau voor de Leefomgeving is op dit moment bezig een twee-gradenscenario in de nieuwe prognoses te verwerken, zo laat het weten in een reactie op vragen van Investico. Op zijn vroegst zou dat pas in 2025 zo ver kunnen zijn. Dat is tien jaar na het Parijs-akkoord en vijf jaar voor de eerste deadline van het Parijs-akkoord – eentje die Nederland volgens datzelfde Planbureau niet gaat halen54. ‘Tot die tijd behelpt het Ministerie zich met beperkte aanpassingen’, zegt Hans Hilbers van het PBL.

De afgelopen jaren was er één Kamerlid dat herhaaldelijk bleef vragen of de toekomstplannen van het kabinet wel rekening houden met overstap naar duurzame energie. GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger dient in zowel 201755, 201856 als 201957 moties in om het Parijs Akkoord wél in de toekomstscenario’s van de overheid te verwerken. Keer op keer antwoordt Cora van Nieuwenhuizen, toenmalig Minister van Infrastructuur en Waterstaat, dat dit niet mogelijk is zolang het klimaatbeleid nog niet volledig is uitgewerkt. Maar als de laatste motie in 2019 tóch een kamermeerderheid krijgt, moet de minister daar iets mee. In 2021 deelt haar opvolger Barbara Visser de nieuwste vervoersprognoses58 met de kamer en zegt dat daarin recht is gedaan aan de motie van Kröger ‘om in de modellen de klimaatopgave mee te nemen.’

Maar uit de achtergrondrapporten59 die wij opvroegen bij Rijkswaterstaat blijkt iets anders. De nieuwste prognoses voor het kabinet gaan nog steeds uit van een scenario dat niet strookt met een leefbare planeet. Er wordt weliswaar rekening gehouden met de sluiting van de kolencentrales in Duitsland, maar daar houdt het ook mee op. In 2050 resteert volgens de aannames de helft van de steenkolendoorvoer nog, de doorvoer van aardolie blijft in het scenario tot 2050 nagenoeg onveranderd. Volgens het ministerie zou een extra analyse een ‘minimale toevoeging’ aan de inzichten geven, maar geeft niet aan waar het zich op baseert60.

Ad van Wijk, hoogleraar Future Energy Systems aan de TU Delft, die we het document voorleggen, kan zich niet voorstellen dat deze cijfers vorig jaar zijn gebruikt. De getallen zijn volgens hem ‘merkwaardig’ en rijmen ‘helemaal niet’ met de Green Deal in Europa of met de Nederlandse klimaatdoelen. In 2050 zal de vraag naar kolen volgens hem ‘nagenoeg nul’ zijn en ook de voorspellingen voor aardolie lijken Van Wijk een ‘zeer onrealistische overschatting’.

Bedreiging voor de havens

Hoogleraar Van Wijk wordt ook wel de ‘waterstofprofessor’ genoemd omdat hij overal kansen ziet voor de nieuwe brandstof. Maar over de rol van de Rotterdamse haven heeft hij zo zijn twijfels. ‘De energietransitie kan een bedreiging zijn voor de havens. Zij leveren vooral aan de industrie, die kiest uiteindelijk voor de goedkoopste brandstof. Waterstof zal wel per schip vervoerd worden, voor specifieke toepassingen en om eventuele tekorten aan te vullen, maar dit is duurder dan een pijpleiding uit Noord-Afrika.’ Anders dan dat de Rotterdamse havendirectie vermoedt zijn de Alpen volgens Van Wijk daarbij geen obstakel. ‘Gaspijpleidingen lopen daar nu ook.’

‘Bestuurders zijn vaak te optimistisch bij infrastructuurprojecten. De kosten worden vaak onderschat en de vraag overschat – een terugkerend, wetenschappelijk aangetoond probleem’, zegt Loránt Tavasszy, hoogleraar vracht en logistiek aan de TU Delft. Volgens hem laat de energietransitie zien waarom die optimism bias zo risicovol is. ‘Het zou kunnen dat we Nederland aan het inrichten zijn op de verkeerde toekomst.’

Verkeerde toekomst

‘De energietransitie is zó irritant’, vervolgt Tavasszy. ‘Vanwege de onzekerheid. De huidige modellen zijn simpelweg niet ontwikkeld voor grote veranderingen zoals de energietransitie.’ Volgens de hoogleraar, die eerder betrokken was bij de evaluatie van de rekenmodellen van de Nederlandse overheid, zijn de modellen aan een modernisering toe. ‘Het zijn hele klassieke, eenvoudige modellen, er is wat betreft de energietransitie geen enkele vooruitgang geweest. Daar moet een zwengel aan gegeven worden.’

Dergelijke waarschuwingen zijn niet nieuw. Al in 1997 schrijft het CPB in een kritisch rapport61 over de Tweede Maasvlakte dat hun eigen scenario’s ‘bij een veranderende omgeving niet altijd even realistisch zijn’. Toen al waarschuwde het planbureau voor een versterking van ‘milieu- of energiebeleid’, een ‘verdergaande energieheffing’ of een ‘emissiebelasting’. Die zouden allemaal nadelige effecten hebben op de fossiele sector, maar precies die factoren ontbraken in het scenario waar het kabinet zich op baseerde. Het mocht niet baten, het ministerie hield vast aan zijn eigen ramingen.

Vandaag de dag is de uitbreiding van de Rotterdamse haven alweer een tijdje gereed: een stuk opgespoten land in zee, groter dan de stad Breda62. De Maasvlakte ligt naast het havengebied Europoort, dat weer aan de Botlek-haven grenst. Aan de glimmende spaghetticlusters van metalen buizen met rokende pijpen herken je de olieraffinaderijen van bedrijven als BP, Shell en Gunvor. In de ronde witte opslagtanks van Vopak, Esso en Koole zitten voor miljarden liters aan olie of aardgas, veelal afkomstig63 uit Rusland64. Op de Maasvlakte zelf liggen de zwarte bergen kolen van EMO. Hier en daar staan energiecentrales die draaien op fossiele brandstoffen. Voor kolen en ruwe olie is Rotterdam de grootste haven van Europa65

Op het verste punt van die Maasvlakte staat een snackbar, waar de wind genadeloos tegen de dunne wanden slaat: Het Balkon Van Europa. Hier spreken we economisch geograaf Walter Manshanden, die al twintig jaar onderzoek doet naar de Rotterdamse haven. Voor het raam trekken grote zeeschepen onafgebroken voorbij, aan de tafel naast ons drinken havenarbeiders blikjes Heineken. Manshanden eet een gehaktbal. 

‘Met tien jaar gaan de havens serieus krimpen. We gaan niet meer op één plek heel veel aardolie en steenkool uit de grond halen en verschepen. Hernieuwbare energie zoals zonne- of windenergie is in essentie juist decentraal. De Maasvlakte zal zich niet meer vullen. De kolenoverslag, raffinaderijen, gasterminals, men houdt er geen rekening mee dat het grotendeels verdwijnt.’ 

Zoethoudertjes voor de regering

De waterstofplannen van het havenbedrijf noemt Manshanden ‘zoethoudertjes voor de regering’: verhalen waarmee de Hollandse doorvoerstrategie ongewijzigd kan blijven. Volgens hem ontbreekt het aan duidelijke politieke keuzes, waardoor investeringen in de groene economie achterblijven. 

Dat er iets moet gebeuren met de gigantische fossiele economie van Nederland ontkent niemand. Waar de energietransitie over enkele tientallen jaren toe zal leiden, dat weet niemand precies. Of de haven werkelijk zal gaan krimpen, weet uiteindelijk ook niemand zeker. Maar het merkwaardige is dat bestuurders, directeuren en ministers niet eens rekening houden met een succesvolle energietransitie. Er is een reële kans dat Nederland op de verkeerde toekomst wordt ingericht. 

Dat blijkt nu al uit de problemen die momenteel spelen rondom het Nederlandse stroomnet. Nu Nederlandse bedrijven meer en meer windmolens en zonneparken plaatsen, blijken we vergeten te zijn het elektriciteitsnet aan te passen. Op het overbelaste stroomnet van de Amsterdamse haven is geen ruimte meer voor nieuwe bedrijven, schreef het Financieele Dagblad66 begin deze maand. Een producent van duurzame brandstof en een bedrijf in de windmolen-industrie lieten de haven om die reden al links liggen67. Ook in de rest van Nederland staan hernieuwbare energieprojecten in de wachtrij voor aansluiting68.

‘Het Internationaal Energieagentschap waarschuwt: als je nu een investering doet in fossiel, dan weet je zeker dat je die binnen dertig jaar moet afschrijven,’ zegt Manshanden. ‘Dan moet je sneller afschrijven dan je eigenlijk zou willen.’ Dat besef is in de haven nog niet voldoende doorgedrongen volgens Manshanden. ‘Als het aan de politiek ligt zal de laatste barrel olie in Rotterdam geraffineerd worden.’


  1. Livestream opening Zeesluis IJmuiden, Youtube, 26 januari 2022 

  2. Financiering Zeesluis IJmuiden is rond, Het Parool, 20 oktober 2015 

  3. Financiering Zeesluis IJmuiden is rond, Het Parool, 20 oktober 2015 

  4. Raad Amsterdam stemt bijna unaniem voor nieuwe zeesluis, Het Parool, 27 november 2014 

  5. Flinke daling overslag in 2020, Port of Amsterdam, 15 januari 2021, Haven in 2021 minder afhankelijk van fossiele lading, Port of Amsterdam, 31 maart 2022 

  6. Jaarverslag 2020, Port of Amsterdam 

  7. Mainports Voorbij, Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, juli 2016 

  8. Zeevaart; overgeslagen gewicht, Centraal Bureau voor de Statistiek, 24 februari 2022 

  9. The Dutch energy economy, The Clingendael Spectator, 2018 

  10. North Sea Port - throughput 2021, European Sea Ports Organisation 

  11. Goederenoverslag in de haven van Rotterdam, Port of Rotterdam, 2021 

  12. Jaarverslag 2020, Port of Amsterdam 

  13. The Paris Agreement Five Years On, SEI.org, 9 december 2020 

  14. EU sluit akkoord over 55 procent minder CO2-uitstoot, NOS.nl, 21 april 2021 

  15. Hernieuwbare energie streeft fossiel voorbij in Europa, Europa-nu.nl, 25 januari 2021 

  16. Kosten-batenanalyse Zeesluis IJmuiden, Zeesluis Terneuzen 

  17. Blijkt uit reactie Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 

  18. Uitgangspunten Referentieprognoses Goederenvervoer, Ministerie van Infrastructuur En Waterstaat, 9 november 2020. U vindt onderaan dit artikel het bestand. 

  19. Middensluis in Terneuzen opgeblazen, Omroep Zeeland, 23 maart 2022 

  20. ‘Aardbeving’ leidt tot schade in stad, PZC, 24 maart 2022 

  21. Twitter-bericht, @Mamarazzi74, 23 maart 2022 

  22. Facebook-bericht, Lidija Miri, 23 maart 2022 

  23. 141 schademeldingen na opblazen middensluis, Omroep Zeeland, 15 april 2022 

  24. Belgische meetstations: explosie in Terneuzen werd tot in de Ardennen gemeten, Omroep Zeeland, 24 maart 2022 

  25. ‘Gecontroleerde plof’ blijkt enorme knal, Omroep Zeeland, 23 maart 2022 

  26. Expert: dubbel zoveel springstof gebruikt, PZC, 31 maart 2022 

  27. ‘Aardbeving’ leidt tot schade in stad, PZC, 24 maart 2022 

  28. Kosten-batenanalyse Zeesluis Terneuzen 

  29. North Sea Port - throughput 2021, European Sea Ports Organisation 

  30. Kosten-batenanalyse Zeesluis Terneuzen 

  31. Nieuwe sluis 2023 gereed, nieuwesluisterneuzen.eu, 24 augustus 2020 

  32. Over de nieuwe sluis, nieuwesluisterneuzen.eu 

  33. Scheepvaart, North Sea Port 

  34. Aanleg nieuwe sluis Terneuzen, kivi.nl 

  35. 1,3 miljard naar vaarwegen, Schuttevaer, 16 september 2020 

  36. Kosten-batenanalyse Maasvlakte 2 

  37. Third Assessment Report, IPCC 

  38. Onderwerpen,Port of Rotterdam 

  39. Kosten-batenanalyse Zeesluis IJmuiden 

  40. Ook na opening blijft de nieuwe zeesluis, NRC, 25 januari 2022 

  41. Kosten-batenanalyse Zeesluis Terneuzen 

  42. België zet extra geld opzij voor nieuwe sluis in Terneuzen, NOS.nl

  43. Welvaart en Leefomgeving: Achtergrondstudie demografie, Centraal Planbureau en het Planbureau voor Leefomgeving, 8 maart 2016 

  44. WLO – Welvaart en Leefomgeving: Goederenvervoer en zeehavens, Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving, 1 februari 2016 

  45. Energietransitie en Goederenvervoer in de WLO, Centraal Planbureau, maart 2019 

  46. Turn down the heat, The World Bank, november 2012 

  47. Op de VN-klimaattop in Parijs (november/december 2015) worden mogelijk nieuwe stappen gezet om de mondiale klimaatverandering te beperken, maar de uitkomsten van de top zijn bij het schrijven de WLO nog niet bekend., Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving - Cahier Klimaat en Energie, Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving, 1 december 2015 

  48. Energietransitie en Goederenvervoer in de WLO, Centraal Planbureau, maart 2019 

  49. Basisprognoses Goederenvervoer 2020. Ecorys. U vindt onderaan het artikel het bestand 

  50. MKBAs worden binnen een project opgesteld door onafhankelijke consultants. De MKBAs die bij ons in beeld zijn, zijn vooral gedaan voor vervangings- of renovatievraagstukken. Hieronder staan een aantal voorbeelden van projecten waarbij MKBAs zijn uitgevoerd. Hierbij is het Hoog gas + WZA scenario niet toegepast. Echter, het toepassen van dit scenario had waarschijnlijk niet tot andere resultaten geleid. Email aan Investico van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 25 april 2022 

  51. Op basis van gesprek met Allard Castelein, 21 april 2022 

  52. Hydrogen strategy,European Commission, 8 juli 2020 

  53. MKBAs worden binnen een project opgesteld door onafhankelijke consultants. De MKBAs die bij ons in beeld zijn, zijn vooral gedaan voor vervangings- of renovatievraagstukken. Hieronder staan een aantal voorbeelden van projecten waarbij MKBAs zijn uitgevoerd. Hierbij is het Hoog gas + WZA scenario niet toegepast. Echter, het toepassen van dit scenario had waarschijnlijk niet tot andere resultaten geleid. Email aan Investico van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 25 april 2022 

  54. Klimaatdoel 2030 vereist voortvarende uitvoering van bestaand én nieuw beleid, Planbureau voor de Leefomgeving, 28 oktober 2021 

  55. Motievan Suzanne Kröger, 11 december 2017 

  56. Motievan Suzanne Kröger, 29 november 2018 

  57. Motievan Suzanne Kröger, 18 april 2019 

  58. Briefvan de Minister en de Staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, 15 december 2021 

  59. Memo Uitgangspunten Referentieprognoses Goederenvervoer 2021 (in handen van Investico), Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 9 november 2020 

  60. Voor het lage scenario is een langzamer energietransitiepad verondersteld dan in het hoge scenario. Hiermee wordt (een deel van) de onzekerheid rondom de toekomstige energiemix reeds gevangen in de bandbreedte tussen de twee gebruikte omgevingsscenarios, waardoor een extra gevoeligheidsanalyse een minimale toevoeging aan de inzichten zou geven. Email aan Investico van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 25 april 2022 

  61. Economische en ruimtelijke versterking van mainport Rotterdam, Centraal Planbureau, februari 1997 

  62. De Maasvlakte heeft een diameter van 8,4 km, de stad Breda ongeveer 6 km 

  63. Energy trade visualisation tool, Eurostat 

  64. De ruwe olie in Rotterdam komt hoofdzakelijk uit het Midden-Oosten, het Noordzeegebied en Rusland. website Havenbedrijf Rotterdam 

  65. Eigen berekening op basis van de gepubliceerde cijfers van de havens van Rotterdam, Amsterdam, Hamburg, Antwerpen, Algeciras en Sint Petersburg 

  66. Propvol stroomnet zet streep door klimaatambities van Amsterdam, Het Financieele Dagblad, 6 mei 2022 

  67. De hoofdstad komt als een piepende trein tot stilstand, Het Financieele Dagblad, 6 mei 2022 

  68. Hoogspanningsnet vol door steeds meer groene stroom, Het Financieele dagblad, 14 december 2021 

Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico

U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op

Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek is onmisbaar in een democratie. Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend