Onderzoek met bronnen
De gebrekkige hulpverlening aan gekwetste agenten
of Lees het onderzoek bij De Groene Amsterdammer
Agenten die ziek zijn geworden door hun werk, hebben recht op financiële schadevergoeding. Maar zij verzanden in een moeras van regels, onwil en wantrouwen.
‘Er was een lijk gevonden in een weiland. Het bleek een dorpsgenoot, een jongen die met zijn brommer tegen een betonpaal was gereden, het hoofd verbrijzeld, niet meer herkenbaar. Ik moest het de familie vertellen, het was hun tweede zoon die verongelukte. Toen ik drie maanden als agent werkte, kregen we een melding binnen van een aanrijding. We komen ter plaatse, maar zien eerst helemaal niks. Vervolgens: hé, wat ligt hier op de weg? Twee schoenen, een onderlichaam, dertig meter verderop een bovenlichaam. Compleet uit elkaar gereden.’ (Agent 1, PTSS, zaak sinds 2014)
‘Een moeder was haar 3-jarige dochtertje kwijt, ze was compleet overstuur. Samen met een collega vond ik het kind verdronken in een sloot. Nog nadruppelend van de sloot heb ik dat aan moeder moeten vertellen. Meteen hierna werden we door de meldkamer naar een aanrijding gestuurd. Een jonge vrouw zat bekneld in haar autootje, of wat ervan over was. Zij was zwaargewond en terwijl ik haar hand vasthield stierf ze. Ik heb nog steeds haar gezichtsuitdrukking vol ongeloof en paniek op mijn netvlies staan.’ (Agent 2, PTSS, in pleidooi rechtszaak tegen de politie, zaak sinds 2014)
‘Tijdens een nachtdienst hielden we iemand staande die in een auto over de weg slingerde. Hij bleek stijf te staan van coke en drank en was met drie anderen, wij met z’n tweeën. Hij was een doorgewinterde vechtsporter. Het werd een grondgevecht op leven en dood.’ (Agent 3, fysieke blessure, zaak na ruim acht jaar afgerond)
‘Ik had baliedienst. Op enig moment werd mijn aandacht getrokken richting de draaideur van het politiebureau. De draaideur was één grote vlammenzee. In de vlammen zag ik het gezicht van een persoon. Ik herinner me zijn blik. Een kalme en berustende blik. Ik hoorde niets. Geen geschreeuw, niets. Al mijn zintuigen draaiden op dat moment overuren, behalve mijn oren. Ik zag de blikken in de ogen van mijn collega’s. Zij staan op straat in een poging de man te blussen.’ (Agent 4, PTSS en chronische pijn, zaak sinds 2015)
‘Het was in mijn eerste stageweek. Er was een dodelijke steekpartij in een theehuis. Maar de ambulance durfde pas te komen als wij er waren. We werden direct belaagd door een menigte schreeuwende jongens. Ze waren woedend dat de politie kwam en niet de ambulance, terwijl hun vriend aan het sterven was. Ik begreep die woede, en ik voelde me machteloos. Ik stond toe te kijken hoe iemand doodging, omdat we eigenlijk niks konden doen. Vijf dagen later wilde iemand suicide by cop plegen. Ik was net bevoegd om een vuurwapen te dragen en moest meteen dat wapen trekken. Ik wist plots niet meer hoe ik dat moest bedienen en zag alles in slowmotion. Mijn handen trilden te erg om te kunnen schieten. Aan het einde van mijn stage raakte een klein meisje vermist. Ik moest mee terwijl ik al symptomen had van PTSS. We vonden het meisje, vermoord, op een vuilnisbelt. De aanblik van zo’n jong meisje dat als vuil was weggegooid zal ik nooit vergeten.’ (Agent 5, PTSS, zaak sinds 2014, inmiddels afgerond)
“Bij een vechtpartij is mijn hele gezicht verbouwd, mijn kaak werd uit de kom geslagen. Ik heb er gehoor- en gebitsschade door opgelopen. Daarna was ik bij voetbalrellen die helemaal uit de hand liepen. Daar is zoveel misgegaan dat alle stekkers bij mij los gingen.” (Agent 6, PTSS, zaak sinds 2020)
“In 1992 kwam ik als jonge agent op straat in oud-west in Amsterdam. In oktober dat jaar was de Bijlmerramp. Het was verschrikkelijk. De mensen die uit het raam springen, de dood tegemoet. Ik voelde mij hulpeloos, al had ik een uniform aan. Al die lijken om je heen, wat moet je als eerst doen?” (Agent 7, PTSS, zaak sinds 2014)
In de steek gelaten
Elk jaar raken zo’n 3.500 agenten gewond tijdens hun werk1. Nog eens honderden liepen afgelopen jaren letsel op zoals gehoorschade of een langdurige ziekte, bijvoorbeeld burn-out of long-covid2. Daarbij krijgen elk jaar nog eens ruim driehonderd agenten3 de diagnose posttraumatische stressstoornis (PTSS): aanhoudende psychische klachten door schokkende gebeurtenissen.
Deze agenten hebben recht op schadevergoedingen4, vanwege de risico's die ze lopen tijdens hun werk. Maar dat ging niet goed, bleek uit een evaluatie in 2020. Agenten misten zorg en ondersteuning5. Justitieminister Ferd Grapperhaus kondigde aan samen met de politiebonden te gaan werken aan ‘een goede, niet-bureaucratische oplossing6’. Hij beloofde meer geld voor zieke agenten en voor de politie werden vier uitgangspunten per direct leidend: ‘eenvoud, snelheid, transparantie en vertrouwen7’.
Inmiddels zijn we vijf jaar verder, en platform Investico sprak voor De Groene Amsterdammer en het AD met achttien agenten over wat ze de afgelopen jaren merkten van deze beloftes. Ze vertellen hun verhaal anoniem, uit angst voor negatieve consequenties of omdat ze een geheimhoudingsverklaring hebben getekend. We zetten hun ervaringen af tegen die van advocaten, belangenbehartigers, experts en casemanagers van de politie. Hierdoor zijn patronen zichtbaar: afspraken worden niet nagekomen, begeleiding vanuit de politie schiet tekort en benodigde documenten zijn nogal eens verdwenen. Nog steeds voelen agenten zich in de steek gelaten en belanden ze in een slepend juridisch gevecht. En dat is pijnlijk. Hoe de politie met hen is omgegaan, zo zeggen alle agenten, heeft hun klachten nog veel erger gemaakt.
‘Ik had alles weggestopt van de Bijlmerramp. In 2014 was ik in New York naar het 9/11-museum waar ik luisterde naar de laatste telefoongesprekken vanuit het vliegtuig naar geliefden. Toen kwam de Bijlmerramp weer terug. Die mensen kregen ook een gezicht en een stem. Ik brak.’ (Agent 7, PTSS, zaak sinds 2014)
‘In het ziekenhuis begonnen ook de eerste PTSS-klachten. Alle dode mensen die hij had gezien kwamen ineens terug. Ik herkende mijn man niet meer. Ramen en deuren mochten niet open omdat er buiten misschien een politieauto met sirenes langskwam. Hij werd zwetend wakker ‘s nachts, had nachtmerries, gilde in zijn slaap.’ (Partner van agent 8, PTSS en fysieke blessure, zaak sinds 2023)
‘Ik kreeg een shut down. Het werd zwart voor mijn ogen, ik wist niet meer waar ik was. Die maandag kreeg ik te horen: je vuurwapen wordt ingenomen, je bent per direct ziekgemeld. Daarna nam de teamchef ineens contact op: je bent ziek, maar wij hebben een probleem in het rooster, er zijn deze dagen te weinig mensen. Jij was al ingedeeld, je kunt een bureaudienst doen, dan zit je veilig binnen. Je mag geen vuurwapen meer dragen, maar er kan niks gebeuren. Kneiteroverspannen heb ik die diensten gedraaid. Die dagen heb ik alleen gedacht: ik moet overleven.’ (Agent 6, PTSS, zaak sinds 2020)
‘De man die zichzelf van het leven beroofde door zich in brand te steken, bezoekt mij iedere nacht in mijn slaap. Ik word wakker met een verstikkend gevoel, hap naar lucht en hoest mijn longen uit mijn lijf. Ik heb continu herbelevingen. Flashbacks op klaarlichte dag en de geur van verbrande mensen.’ (Agent 4, PTSS en chronische pijn, zaak sinds 2015)
‘Ik had voor Kerst de politie al gebeld: ik zie het niet meer zitten, ik heb hulp nodig. Zegt die man: we hebben nu een kerstborrel, begin januari ben ik terug. Een avond, kort daarna, wilde ik zelfmoord plegen. Toen heb ik maar het 24/7-noodnummer gebeld van een organisatie voor militaire dienstslachtoffers, zij hebben mij opgevangen en behandelingen opgestart.’ (Agent 6, PTSS, zaak sinds 2020)
Afhankelijk van de politie
Het eerste dat een zieke agent moet doen, is bewijzen dat zijn klachten zijn veroorzaakt door het politiewerk. Gedetailleerd moet een agent vertellen wat hij heeft meegemaakt en wat zijn rol daarbij was. Dat klinkt logisch, maar blijkt in sommige gevallen ingewikkeld. Veel agenten valt dit zwaar. En bovendien is het voor agenten met PTSS moeilijk omdat hun herinneringen fragmentarisch en onvolledig kunnen zijn.
Langdurig zieke agenten krijgen een casemanager die helpt met het declareren van bijvoorbeeld medische rekeningen. Als de politie heeft besloten dat de klachten door het werk komen, begeleidt deze casemanager het aanvragen van schadevergoedingen: ‘smartengeld’ - een soort emotionele schadevergoeding - en later ‘restschade’ om door het trauma of letsel misgelopen inkomsten te compenseren.
Een goede casemanager kan veel voor een agent betekenen. Maar de verschillen tussen casemanagers blijken groot. Agenten vertellen dat ze regelmatig een nieuwe casemanager krijgen, dat eerder gemaakte afspraken met hun casemanager door een volgende weer worden teruggedraaid of dat ze soms maandenlang niks horen.
Dat is extra wrang omdat agenten voor hulp en zorg sinds kort volledig afhankelijk zijn van de politie. Tot anderhalf jaar geleden konden zieke agenten, net als medewerkers van Defensie, nog terecht bij een zogeheten ‘hulploket’ van het Veteraneninstituut. Maar de politie stopte eind 20238 met deze externe hulp, tegen een advies in9. De politie ‘wenste meer controle en invloed op de dienstverlening’ en vond het te duur10.
‘De politie vindt dat zij niet verantwoordelijk zijn voor de PTSS die ik heb gekregen door mijn werk tijdens de Bijlmerramp. Ze zeiden: ‘je had ook het verkeer kunnen regelen’” (Agent 7, PTSS, zaak sinds 2014)
‘Mijn versie van de gebeurtenissen bij het theehuis bleken niet helemaal te kloppen toen de politie mijn verhaal ging beoordelen. Het ging om details, zoals dat in mijn herinnering het neergestoken slachtoffer op straat lag terwijl hij binnen bleek te liggen. In mijn optiek maakte dat niet uit, het beeld dat ik heb is van een man die neergestoken op de grond ligt, deed het er dan toe of dat binnen of buiten was?’ (Agent 5, PTSS, zaak sinds 2014, inmiddels afgerond)
‘Van de vijf incidenten die ik had beschreven tijdens de rechtszaak, zei de politie over de laatste, een wiegendood, niks terug te kunnen vinden. Bij de andere vier incidenten viel volgens de politie niet te controleren wat mijn rol precies was geweest. En waarom hebben we het over vijf incidenten? Ik had er vijf in een week. Verkeersongelukken, amputaties van ledematen, ME-inzet, je wapen moeten trekken. Een kind dat is verdronken in de sloot. Een huis dat in brand staat, je ziet dat er mensen zijn, maar je kunt ze niet redden. De politie snapt het gewoon niet.’ (Agent 2, PTSS, in pleidooi rechtszaak tegen de politie, zaak sinds 2014)
‘Ik moest mij verdedigen omdat ik een mens had gered. Hierdoor kreeg ik het idee dat ik iets fout had gedaan, dat ik roekeloos was geweest.’ (Agent 8, PTSS en fysieke blessure, zaak sinds 2023)
‘De politie bleef maar medische gegevens opvragen. Eerst een verklaring van mijn huisarts dat ik de vijf jaar voorafgaand aan het gevecht geen klachten aan mijn arm had gehad. Daarna mijn hele medisch dossier van de afgelopen vijf jaar. Toen een ongelimiteerde lijst van medische gegevens vanaf mijn geboorte. Ik deed het maar, want anders kon de politie de zaak niet oppakken, zeiden ze. Gelukkig kreeg ik toen een advocaat die voor me in de bres is gesprongen, want dit mag niet.’ (Agent 3, fysieke blessure, zaak na ruim acht jaar afgerond)
‘Agenten weten vaak niet goed wat hun rechten zijn en van welke regelingen ze gebruik mogen maken. Ik vrees dat dit vooral afhangt van de vraag wie de teamchef is of welke casemanager je treft.’ (Advocaat Bojan Dekker, Been Letselschade. Kantoor stond tientallen agenten bij)
‘Ik heb een tijdje een casemanager gehad, die mij erop heeft gewezen dat ik naast smartengeld ook recht heb op een andere schadevergoeding. Hij zei dat hij daar eigenlijk niet met mij over mocht praten.” (Agent 4, PTSS en chronische pijn, zaak sinds 2015)
‘Er werd een beetje cryptisch omschreven dat het niet wenselijk was dat we actief informatie gaven. Het stond natuurlijk niet zwart op wit.’ (Oud-casemanager 1, tot 2024)
Een’snel financieel gebaar’
Als bewezen is dat de ziekte door het werk komt, legt de politie een bedrag op tafel voor alle geleden schade. Sinds 201811 berekent de politie dit bedrag zelf, met eigen juristen en een eigen richtlijn. Geen jarenlang juridisch getouwtrek maar een ‘snel financieel gebaar’ op basis van ‘redelijkheid en billijkheid’, belooft de politie. Daar staat iets tegenover: de agent moet een geheimhoudingsverklaring tekenen en het hierbij laten, ook als de situatie verslechtert en klachten verergeren.
Bij het ‘snel financieel gebaar’ gooit de politie verschillende vergoedingen op één hoop. Zo verrekent ze onder andere het eerder uitgekeerde smartengeld met alle restschade die een agent aan het einde van zijn ziekte heeft overgehouden. Dit leidde tot stevige kritiek, onder andere van een speciaal hiervoor opgetuigde commissie waar agenten het voorstel van de politie kunnen laten toetsen.
En die berekening is niet het enige waar de commissieleden de politie op aanspreken, blijkt uit het WOO-verzoek dat we deden. Bij 26 dossiers die we konden inzien adviseerde de commissie in bijna alle gevallen een hoger bedrag dan de politie had geboden. Een agent krijgt bijvoorbeeld 25.000 euro extra ‘als compensatie’ voor de manier waarop het voorstel tot stand is gekomen. Weer een ander krijgt 60.000 euro extra vanwege onder meer het gebrek aan personeelszorg tijdens zijn ziekte.
In één zaak merkt de commissie op dat ‘het niet de eerste keer’ is dat zij klachten krijgt over de opstelling van de politie in het onderhandelingsproces. In die zaak staat het voor de commissie vast dat de politie een ‘substantieel aandeel’ heeft gehad in ‘het ontstaan en beloop van de ziekte’ en deze zelfs ‘actief in stand heeft gehouden’.
Niet instemmen met het voorstel is een optie. Maar dat betekent dat een agent naar de rechter moet. En de rechtszaal is wel de laatste plek waar een zieke agent wil belanden. Hier moet de agent niet alleen opnieuw aantonen dat zijn klachten door het werk komen, hij moet daarbij ook bewijzen dat de politie niet heeft voldaan aan haar zorgplicht én dat er sprake was van een zogeheten ‘buitensporige situatie’. Dat is een uitzonderlijke gebeurtenis die niet vaak voorkomt. Een achtervolging of schietpartij is bijvoorbeeld niet buitensporig. Maar als het lukt om de rechter te overtuigen, krijgt de agent doorgaans een veel hoger bedrag dan de politie eerder bood. Als dat niet lukt, staat hij met lege handen, omdat het voorstel van de politie vervalt.
‘Voor agenten is het fijn dat ze niet door lange juridische procedures hoeven. Maar de politie kan op veel vlakken zelf bepalen welk bedrag of schadeposten men redelijk acht. Alle argumenten of aanvullende kosten die je zelf aandraagt, kan de politie weerleggen door te zeggen dat het niet past binnen de eigen regeling.’ (Advocaat Lotte van den Broek, Dolderman letselschade advocaten. Kantoor stond al 140 agenten bij)
‘Na het smartengeld moest de restschade worden berekend. Uiteindelijk hadden ze zo gegoocheld dat ze uitkwamen op een negatief bedrag. Uiteindelijk kon ik, uit coulance, 25.000 euro krijgen. Ik ben er niet mee akkoord gegaan. Vervolgens is het ontaard in juridische strijd.’ (Agent 6, PTSS, zaak sinds 2020)
‘Voor ik uitviel, kampte ik al met klachten. Er was vanuit de politieorganisatie geen enkele begeleiding tijdens mijn ziekteproces. Ik heb er alles aan gedaan om overeind te blijven, bang om mijn baan te verliezen. Ik ging minder uren werken, kocht extra vrije dagen, vermeed bepaalde taken en diensten. Dit moest terug te vinden zijn in de systemen van de politie en dat was belangrijk omdat ik zo kon aantonen dat mijn klachten werkgerelateerd waren. De bewijslast ligt bij mij, maar ik kan niet meer in de systemen. Mijn toenmalig leidinggevende zou me kunnen helpen door mijn verhaal te bevestigen, maar die zei ‘ik wil mijn vingers hier niet aan branden.”’ (Agent 9, PTSS, zaak sinds 2020)
‘We hadden loopbaangesprekken en beoordelingen nodig. Maar bij de overgang naar Nationale Politie waren die verloren gegaan. Dat gebeurt wel vaker en dat wordt dan het probleem van de agent.’(Advocaat Lotte van den Broek, Dolderman letselschade-advocaten. Kantoor stond al 140 agenten bij)
‘Een formulier voor vergoeding van medische kosten vereiste een handtekening van mijn teamchef, maar die was inmiddels met pensioen. Niemand voelde zich verantwoordelijk of betrokken, zodat ik acht jaar lang met de schade zat.’ (Agent 3, fysieke blessure, zaak na ruim acht jaar afgerond)
Inzetten op reïntegratie
De politie kampt al jaren met een personeelstekort, terwijl de inzet van agenten juist toeneemt, bijvoorbeeld bij grote demonstraties of voetbalrellen. Om te voorkomen dat ook zieke agenten vertrekken, zet de politie in op reïntegratie.
Maar in de praktijk laat de politie steken vallen12. In een intern advies uit 202113 waarschuwen onderzoekers al dat het belang van een leidinggevende om bijvoorbeeld de roosters te vullen op gespannen voet staat met het belang van de zieke collega die rustig het werk probeert op te pakken. Zo kan het gebeuren dat agenten diensten draaien die ze volgens hun bedrijfsarts nog niet zouden moeten draaien. Hoeveel agenten wel succesvol reïntegreren is niet bekend, daarover houdt de politie geen cijfers bij.
‘Tijdens je reïntegratie zou je bovenop de bezetting werken en geen salaris hoeven in te leveren. Toen ik een functie kreeg aangeboden, zou ik wel salaris moeten inleveren. Ik klaagde hierover, maar de politie zei: “Je hebt gelijk, maar aanvaard het, of ga weg.” Ze vonden dat ik de hele tijd slachtoffertje speelde en zeiden: “die houding gaat je in de weg zitten in de organisatie.” Ik moest positief doen, desnoods een ‘beschermend schild’ om me heen visualiseren.’ (Agent 11, PTSS en fysieke blessure, zaak sinds 2017)
‘Ik zou de overstap maken naar de meldkamer. Daar was alleen een plek in een lagere rang. Dan zou ik een rang en dus een deel salaris inleveren.’ (Agent 12, PTSS, zaak sinds 2018)
‘Op straat werken was simpelweg geen optie meer, dat had te grote invloed op mijn PTSS. Op eigen initiatief heb ik gesolliciteerd bij een ander team. Ik werd niet begeleid, en er was niemand die een vinger aan de pols hield. Tijdens een training werd ik door een collega zo hard geduwd dat ik viel en twee ribben brak. Niemand hielp mij. Na twee dagen belde een collega om zijn excuses aan te bieden. “We dachten dat je geëmotioneerd was, omdat je al met een rugzakje bij ons binnenkwam. Daarom hebben we je maar even gelaten.” Ik kan niet beschrijven hoe ontzettend ik mij in de steek gelaten voelde.’ (Agent 4, PTSS en chronische pijn, zaak sinds 2015)
‘Ik heb vooral schade opgelopen door hoe ik na 34 dienstjaren ben behandeld, als een stuk vuil in de hoek gesmeten. Dat is de nekslag geweest. Anders had ik misschien ook wel de diagnose PTSS gekregen, maar dan had ik mijn werk uiteindelijk wel weer kunnen hervatten. Nu ben ik 53, en 100 procent afgekeurd.” (Agent 13, PTSS, zaak sinds 2022)
‘Ik ben ervan overtuigd dat de politie slechts veiligheid kan bieden aan de maatschappij als de veiligheid in de organisatie geborgd is’, stelde voormalig Ombudsfunctionaris van de politie Letty Demmers- Van der Geest in het jaarverslag van 2020. Vijf jaar heeft de politie met de vakbonden onderhandeld over een nieuwe werkwijze die sinds april dit jaar officieel van kracht is.
Zorg ‘voorop’
De zorg voor medewerkers komt nu echt ‘voorop’ te staan. Agenten krijgen voortaan direct medische kosten, huishoudelijke hulp en kinderopvang vergoed als zij een ‘vermoeden’ hebben dat hun gezondheidsklachten door het werk komen14. Iedereen met klachten kan voortaan gewoon bij de politie blijven werken, behalve als iemand helemaal afgekeurd is of het iemands herstel in de weg zit15, is de belofte.
Maar deze verbeteringen verhullen dat de belangrijkste weeffouten niet zijn opgelost. Agenten moeten, weliswaar in een later stadium, alsnog bewijzen dat hun klachten veroorzaakt zijn door het werk om recht te hebben op de belangrijkste schadevergoedingen16. Het financiële voorstel berekent de politie nog steeds zelf op basis van een interne richtlijn waar de agent en zijn advocaat buiten worden gehouden.
Sinds het afstoten van het onafhankelijke hulploket eind 2023 zijn agenten voor hulp, zorg en vergoedingen volledig afhankelijk van de eigen organisatie. Deels zelfs van hun eigen leidinggevende, die ook andere belangen heeft, zoals gaten in het rooster oplossen. Interne adviezen waarin werd geconcludeerd dat de zorg en afhandeling van letsel helemaal losgetrokken moesten worden van de rest van de organisatie, zijn in de wind geslagen17.
De politie erkent dat ‘de trajecten lang kunnen zijn, en de dossiers complex, ook omdat elke zaak maatwerk vereist’. De organisatie schrijft last te hebben van personeelstekort, maar desondanks hard te werken ‘aan oplossingen om de medewerker recht te doen’. Ook benadrukt de organisatie: in de meeste zaken wordt ‘in goed overleg een oplossing gevonden’. ‘Minder dan drie procent’ gaat uiteindelijk naar de speciale commissie en dat zijn volgens de politie dossiers ‘waar de verhoudingen in de regel ernstig verstoord zijn’.
Het is onduidelijk waar de politie de verbeteringen van gaat betalen. De kosten zullen jaarlijks met ongeveer 58 miljoen euro toenemen, voorspelt de politie zelf. Het kabinet heeft hiervoor 25 miljoen euro beschikbaar gesteld. De korpsleiding weet nog niet waar de overige 33 miljoen vandaan moet komen18.
‘Ik had verwacht dat de politieorganisatie om mij heen was gaan staan en gevraagd had wat ik nodig had om te herstellen. Ik heb precies het tegenovergestelde ervaren: een ijskoude zakelijke benadering waarbij ik, met PTSS, onder druk werd gezet om maar akkoord te gaan met een zo goedkoop mogelijke afhandeling van mijn zaak . Dat veroorzaakt heel veel verdere emotionele schade bij mij en mijn gezin.’ (Agent 2, PTSS, in pleidooi rechtszaak tegen de politie, zaak sinds 2014)
‘Bijna een half jaar zat ik zonder behandeling, mijn klachten zijn daardoor erger geworden. Bij alles wat ik voel in mijn lijf ontstaat extreme paniek. Een medisch expert die ik zelf heb ingeschakeld heeft geconcludeerd dat mijn lichamelijke en mentale klachten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.’ (Agent 8, PTSS en fysieke blessure, zaak sinds 2023)
‘Inmiddels heb ik PTSS met depressie en tinnitus, waarschijnlijk door stress en spanning. Uiteindelijk is mijn PTSS-therapie on hold gezet, omdat de combinatie van het gevecht tegen de Nationale Politie en therapie funest is. Dat neem ik de politie ontzettend kwalijk.’ (Agent 12, PTSS, zaak sinds 2018)
‘Zo wil ik het liefst herinnerd worden: die jongen die gewoon boeven wilde vangen en mensen wilde helpen. Dat het uiteindelijk ook je eigen leven verandert, heb je niet in de gaten. Het duurt heel lang voor je dat erkent en een plek geeft. Ik ben een schim van wie ik was, die grote sterke vent ben ik niet meer. Politiewerk is fantastisch, maar werken bij de politie is een ramp.’ (Agent 1, PTSS, zaak sinds 2014)
Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
-
Dit blijkt uit cijfers die Investico bij de politie heeft opgevraagd. Het aantal dienstongevallen (waarbij sprake is van fysiek letsel) was in 2019 3.204, in 2020 was het aantal 3.273, in 2021 was het 3.501 in 2022 was het 3.560 en in 2023 waren er 3.790 dienstongevallen. ↩
-
Dit blijkt uit cijfers die Investico bij de politie heeft opgevraagd over zogeheten beroepsziekten. ‘Beroepsziekten excl. PTSS zijn vooral: gehoorschade, psychische aandoeningen, burn out, covid en RSI.' In 2019 ging het om 52 gevallen, in 2020 om 77, in 2021 om 97, in 2022 om 175 en in 2023 om 202. ↩
-
Dit blijkt uit cijfers die Investico bij de politie heeft opgevraagd. In 2019 ging het om 328 diagnoses, in 2020 om 333, in 2021 om 284, in 2022 om 374 en in 2023 om 435 diagnoses. ↩
-
De politie heeft in het zogeheten Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) alle afspraken vastgelegd. De meest recente versie is hier te vinden https://wetten.overheid.nl/BWBR0006516/2025-04-01 ↩
-
In een brief aan de Tweede Kamer op 23 april 2020 schrijft minister van Justitie Grapperhaus over de evaluatie. Justitieminister Grapperhaus schrijft in een brief aan de Tweede Kamer op 23 april 2020: ‘Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat het stelsel vooral gericht is op de formele erkenning van de beroepsziekte of het beroepsincident, het vaststellen van aanspraken van de betrokken medewerker en de procedures die daarmee samenhangen. De focus van het huidige stelsel is minder gericht op zorg en ondersteuning. Medewerkers hebben aangegeven hierdoor de aandacht en de morele steun van de werkgever te missen.’ In diezelfde tijd heeft ook de Nationale Ombudsman ‘signalen’ afgegeven en heeft de minister hierover gesproken met de korpsleiding, de vakorganisaties, de Centrale Ondernemingsraad (COR) en medewerkers met PTSS. ↩
-
Minister Grapperhaus deed deze belofte tijdens een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer op 19 december 2019. ‘In de eerste maanden van 2020 gaan wij met elkaar - de
vakbonden, de korpsleiding en ikzelf - een uitgewerkt plan realiseren gericht op een goede, niet-bureaucratische oplossing voor de gevallen, de situaties, die er nog zijn uit het verleden.’ ↩
-
In zijn brief aan de Tweede Kamer belooft minister Grapperhaus zowel de werken aan een nieuw stelsel, als dat de nog lopende (oude) zaken zo snel mogelijk volgens de contouren van het nieuwe stelsel worden afgerond. Hij schrijft: ‘De korpsleiding en ik vinden het van groot belang dat naast toekomstige zaken ook de (lang) lopende (restschade)zaken zo spoedig mogelijk op een goede wijze afgehandeld worden. Er wordt een plan opgesteld om per individuele (ex)medewerker te komen tot een afhandeling die recht doet aan hun situatie op het gebied van benodigde zorg en toegekende aanspraken. De jurisprudentie en de contouren voor het nieuwe stelsel worden hierbij in acht genomen.’ ↩
-
Op de website van het Veteranen Instituut is te zien dat per november 2023 de politie het loket ‘in eigen beheer’ heeft genomen ↩
-
Investico kreeg een zogeheten ‘pre-advies’ in handen waarin een projectgroep van de politie adviseert over het voortbestaan van het 24/7 loket of het behouden van een extern vangnet. Hierin wordt geadviseerd niet zomaar uit dit loket te stappen. ↩
-
In bovengenoemd pre-advies schrijft de projectgroep onder meer dat de politie het externe hulploket te duur vindt. Er staat: ‘De politieorganisatie wenst meer controle en invloed op deze dienstverlening en wil onderzoeken of de huidige dienstverlening nog voldoet, of deze (gedeeltelijk) binnen de politieorganisatie kan worden uitgevoerd, en of het goedkoper kan.’ ↩
-
Bedragen werden eerste berekend door verzekeraar Achmea, maar daar nam de politie afscheid van. Uit boek ‘PTSS bij de politie: (G)een ABC’tje!?’ door Jos Tonino, pagina 18: ‘'Uiteindelijk is er in de loop van 2017 iets van al die verzekeringsellende bij de beleidsbepalers in het korps doorgedrongen; eind 2017 is besloten per 1 januari 2018 afscheid te nemen van de verzekeraar voor het onderwerp wettelijke aansprakelijkheid werkgever voor restschade als gevolg van de beroepsziekte PTSS.' Daarna berekende de politie restschadebedragen dus zelf. ↩
-
Dit blijkt ook uit het aantal loonsancties dat het UWV de politie jaarlijks oplegt. Dit zijn er sinds 2020 gemiddeld 80 per jaar. Bij een loonsanctie weigert het UWV na twee ziektejaren de loonkosten op zich te nemen omdat de werkgever fouten heeft gemaakt tijdens het reintegratietraject. ↩
-
In 2021 verscheen een intern advies genaamd ‘Geef de zorg een open deur, en een nieuwe kleur’. Deze is in handen van Investico. Hierin staat onder meer: ‘We zien dat op veel plaatsen personeelszorg en gezondheidszorg door elkaar lopen. Leidinggevenden zijn zowel verantwoordelijk voor de operationele inzetbaarheid als voor de aandacht en zorg die moet leiden tot herstel. Dit leidt tot belangenconflicten, die in de huidige configuratie onoplosbaar zijn. Bovendien is de leidinggevende niet deskundig in gezondheidszorg. Daarom is een transformatie van het zorgsysteem
noodzakelijk.’ Ook valt te lezen: ‘De insteek van de werkgever om het verzuim van medewerkers te reduceren en de behoefte van de medewerker om aan herstel te werken en hulp bij gezondheidsklachten te krijgen, kunnen in de praktijk op gespannen voet met elkaar komen te staan.’ ↩
-
Zie ministeriële regeling bij nieuwe Barp: https://wetten.overheid.nl/BWBR0050873/2025-04-01#Hoofdstuk2_Paragraaf3 ↩
-
Zie Staatsblad, onder kopje 4. Uitvoeringsaspecten: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2024-328.html ↩
-
Zie nieuwe Barp https://wetten.overheid.nl/BWBR0006516/2025-04-01/#HoofdstukVII_Paragraaf2_Artikel53d en https://wetten.overheid.nl/BWBR0006516/2025-04-01/#HoofdstukVII_Paragraaf2_Artikel53e en in ministeriële bepaling https://wetten.overheid.nl/BWBR0050873/2025-04-01#Hoofdstuk2_Paragraaf4 en https://wetten.overheid.nl/BWBR0050873/2025-04-01#Hoofdstuk4_Paragraaf5 ↩
-
In het interne rapport uit mei 2021 over bijzondere zorg staat onder andere: ‘Wij adviseren om de interne zorglijn te verzelfstandigen tot een autonoom virtueel zorggebouw. Alle bestaande interne en externe zorgcomponenten worden onder één dak gebracht. Het zorggebouw is een voorziening met eindverantwoordelijkheid voor de interne zorg, onafhankelijk gesitueerd in de politieorganisatie direct onder de korpsleiding.’ […] ‘We zien dat op veel plaatsen personeelszorg en gezondheidszorg door elkaar lopen. Leidinggevenden zijn zowel verantwoordelijk voor de operationele inzetbaarheid als voor de aandacht en zorg die moet leiden tot herstel. Dit leidt tot belangenconflicten, die in de huidige configuratie onoplosbaar zijn. Bovendien is de leidinggevende niet deskundig in gezondheidszorg. Daarom is een transformatie van het zorgsysteem noodzakelijk.’ ↩
-
Dit blijkt uit cijfers die Investico bij de politie opvroeg. ↩
- Lees meer over
- Politie
Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico