Nieuws

Permanent geschorste artsen werken toch door in buitenland

In Europa kunnen artsen die door misdraging een beroepsverbod krijgen opgelegd nog altijd makkelijk in een ander land aan de slag. Een Europees waarschuwingssysteem, ooit in gang gezet door Nederland, moest dat verhinderen. Maar tien jaar na invoering werkt dat systeem nog steeds niet, blijkt uit onderzoek van OCCRP en 49 mediapartners uit 45 verschillende landen, waaronder Investico.

Een arts die voor altijd geschorst wordt, verliest zijn licentie (in Nederland: BIG-registratie). Toch blijkt het voor dokters met een beroepsverbod eenvoudig om in het buitenland een licentie te behouden of te verkrijgen. We vonden wereldwijd meer dan honderd dokters die vanwege grove missers niet meer mogen werken in het ene land, maar wel nog steeds een licentie houden in een ander, veelal Europees, land. Meer dan de helft van deze geregistreerde artsen is momenteel ook echt aan het werk.

Dat konden we onderzoeken door de namen van artsen die nooit meer hun beroep mogen uitoefenen te vergelijken met lijsten van geregistreerde artsen. Door de dokters vervolgens te bellen of online een afspraak te boeken konden we controleren of ze nog actief zijn.

Inmiddels blijkt bijna tien procent van de artsen die in Nederland een beroepsverbod kregen over een licentie in het buitenland te beschikken. We ontdekten 14 artsen met een Nederlands beroepsverbod én een registratie in een ander land. Vooral buurlanden België en Duitsland blijken populaire bestemmingen. Daar werken bijvoorbeeld een psychiater die in Nederland zichzelf uit verslaving morfine voorschreef, een dokter die zich seksueel grensoverschrijdend gedroeg tegenover patiënten en een chirurg die tijdens operaties ernstige fouten maakte waarna meerdere patiënten overleden.

‘Het is ontluisterend dat er zo veel artsen met een beroepsverbod blijven doorwerken in het buitenland’, zegt Jan Klein, emeritus hoogleraar Patiëntveiligheid. ‘Een dokter moet het al heel bont hebben gemaakt vooraleer die een beroepsverbod krijgt opgelegd. Daarom is het logisch dat ze ook elders niet mogen werken, met name omdat patiënten kwetsbaar zijn.’

Onze cijfers laten slechts het topje van de ijsberg zien. Zo konden we niet goed controleren of er ook ‘foute’, in het buitenland bestrafte dokters in Nederland werken. Het BIG-register is om privacyredenen beperkt tot de eerste letters van voornamen, waardoor wij onze ‘zwarte lijsten’ van bestrafte artsen daar niet aan konden toetsen.

Blijf op de hoogte van onze onderzoeken. Meld je aan voor de nieuwsbrief

Bovendien zijn sancties tegen zorgverleners in Nederland weliswaar openbaar, maar in veel andere landen niet. Onze verzoeken om namen van bestrafte artsen werden in veel landen, waaronder in Duitsland en België, afgewezen om privacyredenen. Van die anonieme artsen kunnen we hun handel en wandel dus niet nagaan. Het gebrek aan transparantie betekent ook dat veel patiënten niet weten dat de arts die ze frequenteren eerder in de fout ging.

Een van de geschorste artsen is Ajit Joe Pothen. Hij werkte van 2010 tot 2016 op de KNO-afdeling van het UMC Utrecht waar op dat moment, zou de inspectie later vaststellen, een onveilig werkklimaat heerst.1 In die omstandigheden gaat Pothen vier keer in de fout2, waarna minstens twee patiënten overlijden. In 2016 plaatst het UMC de arts op non-actief,3 waarop hij gaat werken bij een ziekenhuis in Engeland. Dat de Nederlandse inspectie op dat moment onderzoek naar hem doet, verzwijgt hij op verschillende momenten in zijn sollicitatieprocedure.4

Op zijn eerste werkdag in Engeland sterft een patiënte die door vastzittende stembanden niet goed kan ademen, nadat de arts haar zonder goed onderzoek te doen naar huis stuurt.5 Pothen wordt levenslang geschorst in het Verenigd Koninkrijk, waarna ook Nederland hem voorgoed uit het BIG-register schrapt. Toch vormt dat geen belemmering voor Pothen om tot op vandaag praktijk in Duitsland te houden. De Nederlandse en Britse toezichthouders brachten hun Duitse evenknie op de hoogte, maar die liet de arts doorwerken. Via zijn advocaat ontkent de arts de beschuldigingen met klem dat de sterfgevallen aan zijn handelen zijn toe te schrijven, maar hij benadrukt ook dat hij tegenwoordig geen chirurgische ingrepen meer uitvoert.

Een ander voorbeeld is Iuliu Stan. In het Verenigd Koninkrijk mag hij nooit meer werken, maar hij is momenteel wél aan de slag in een Roemeens ziekenhuis. In Engeland werd hij ontslagen bij de nationale gezondheidsdienst omdat hij uit seksuele motieven onnodige medische ingrepen deed. Op vijf jaar tijd heeft hij 277 keer pijnstillers en laxeermiddelen rectaal toegediend aan mannelijke patiënten.6

In reactie aan de Roemeense krant Public Record ontkent de arts elke vorm van misdraging. ‘Alles wat ik deed, heb ik gedaan in het belang van de patiënten', vertelt hij het medium. ‘Geen van de patiënten heeft over mij geklaagd. Integendeel, ze waren tevreden en feliciteerden me.’ De Roemeense toezichthouder zegt dat Stan in Roemenië gewoon mag werken en dat hij zich er ‘zonder problemen gedraagt.’

Het is opmerkelijk dat zoveel artsen met een beroepsverbod aan de slag kunnen gaan in een ander land. Sinds januari 2016 is er immers een Europees waarschuwingssysteem van kracht, het zogenoemde IMI-systeem. Lidstaten zijn verplicht een melding te doen wanneer een zorgverlener een beroepsverbod krijgt opgelegd: een Europese zwarte lijst van falende, onbekwame dokters, is het idee.

Elke lidstaat is vervolgens vrij om te beslissen of het die buitenlandse sancties overneemt. Nederland doet dat doorgaans wel: artsen verliezen bij een buitenlands beroepsverbod in principe ook hun Nederlandse BIG-nummer.7 Maar dan moet die informatie wél beschikbaar zijn. En daar gaat het mis: bijna tien jaar na invoering verzaken veel landen hun meldplicht. Meerdere landen stuurden in de afgelopen tien jaar zelfs geen enkele melding uit.8

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd vindt dat kwalijk. Volgens de Inspectie valt het ‘niet uit te sluiten’ dat er momenteel gesanctioneerde artsen in Nederland werkzaam zijn omdat andere landen nalatig zijn in het doorgeven van informatie.

Ook het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt dat het feit dat andere landen het systeem niet goed gebruiken ‘risico’s voor Nederland’ met zich meebrengt. ‘Het succes staat of valt met discipline van de deelnemers. Wat niet gemeld wordt, is bij de andere deelnemende landen niet bekend en dus ook niet in beeld.’

Maar zoals de voorbeelden van dokters Pothen en Stan aantonen blijken buitenlandse autoriteiten in veel gevallen wel degelijk op de hoogte te zijn van de misdragingen van artsen. Toch gebeurt er vervolgens niets met de alarmsignalen die de landen hebben ontvangen.

In opdracht van de Europese Rekenkamer deed oud-minister Stef Blok onderzoek naar de werking van het meldsysteem. Ook hij constateerde dat het systeem niet goed wordt gebruikt. Landen weten vaak niet wanneer ze een melding moeten doen, en zijn bovendien niet verplicht het register te raadplegen bij het verlenen van een licentie. ‘Het vrije verkeer van personen in de EU brengt ook risico’s met zich mee, bij uitstek bij vertrouwensberoepen zoals dokters of verplegers. Dit soort dingen gaan af en toe vreselijk mis.’

De Europese Rekenkamer heeft de Europese Commissie verzocht om deze zaken aan te passen. De invoering daarvan ligt nu in Brussel.


  1. Dat blijkt uit een rapport uit 2017 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg naar de kwaliteit van de zorg en de patiëntveiligheid op de KNO-afdeling van het UMC Utrecht. Dat rapport, dat de inspectie met ons deelde, draagt de naam ‘Goed bestuur en veilige cultuur; vereisten voor goede zorg. Raad van bestuur UMC Utrecht teveel op afstand.’ 

  2. Een expertteam stelde in het rapport van de inspectie vast dat de acties van de KNO-specialist ‘in vier gevallen buiten de norm vielen.’ 

  3. Dat blijkt uit het verslag van de Britse tuchtraad voor artsen. De arts werd door de tuchtraad voorgoed uit het Britse artsenregister geschrapt. 

  4. De Britse tuchtraad vond bewezen dat de arts in zijn cv en in emails naar het ziekenhuis de indruk wekte dat hij nog steeds aan het werk was in het UMC Utrecht, terwijl hij op dat moment al maandenlang op non-actief was gezet. Ook gaf hij in eerste instantie expliciet aan dat er geen onderzoeken naar hem liepen, later in het sollicitatieproces zou hij alsnog aangeven dat er een onderzoek van het UMC Utrecht naar hem liep. Ook dit was slechts een halve waarheid, aangezien het in werkelijkheid een onderzoek van de inspectie betrof. Via zijn advocaat geeft de arts toe ‘wegens persoonlijke omstandigheden’ het belang van het onderzoek dat naar hem liep te ‘downplayen.’ 

  5. De Britse tuchtraad vond bewezen dat de arts heeft gefaald om de ademhalingsproblematiek van de patiënt vast te stellen, in dat proces meerdere fouten heeft gemaakt, en de patiënt onterecht naar huis heeft gestuurd. 

  6. De Britse tuchtraad voor artsen stelde vast dat hij ‘277 keer PR-medicatie heeft toegediend aan mannelijke patiënten en slechts één keer aan een vrouwelijke patiënt.’ 

  7. Dat stelt het CIBG, dat verantwoordelijk is voor het beheer van het BIG-register. Bijvoorbeeld [hier] (https://www.bigregister.nl/over-het-big-register/maatregelen) op hun website. Tijdens ons onderzoek constateerden we ook dat Nederland inderdaad buitenlandse maatregelen overneemt. 

  8. Dat blijkt uit opgevraagde cijfers bij de Europese Commissie. Landen die nog nooit een IMI-melding hebben verstuurd zijn Griekenland, Estland en Malta. 

Lees het onderzoek

Laat de feiten regeren. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

We hebben al 0 vrienden van de 10000.

Word vriend