Het Openbaar Ministerie (OM) maakt regelmatig fouten bij het nemen van zogenoemde sepotbeslissingen en houdt zich ‘lang niet altijd’ aan de wet. Dat concludeert de procureur-generaal van de Hoge Raad, die toezicht houdt op het OM, in een nieuw onderzoek. (Voor het rapport, zie onder.) Zo zijn OM’ers die besluiten nemen niet altijd bevoegd om dit te doen, worden verdachten onvoldoende geïnformeerd, ontbreekt de onderbouwing bij het besluit, zijn besluiten onduidelijk of zelfs onnavolgbaar en zijn er geen regels voor wanneer een verdachte voorwaarden opgelegd moet krijgen.
Het OM heeft de bevoegdheid om te besluiten of verdachten al dan niet vervolgd worden, als dit niet gebeurt wordt een zaak geseponeerd. Er zijn twee vormen van zo’n sepot, een onvoorwaardelijke en het zogenoemde voorwaardelijke sepot. Jaarlijks krijgen ongeveer 10.000 verdachten een voorwaardelijk sepot opgelegd, waarbij verdachten niet vervolgd zullen worden wanneer ze zich houden aan bepaalde voorwaarden. Die ‘voorwaarden’ bestaan uit een proeftijd waarin verdachten zich ‘aan de wet moeten houden’ en zich niet mogen ‘misdragen’.
Investico onderzocht twee jaar geleden met de Groene Amsterdammer en dagblad Trouw de manier waarop het OM dit doet. Daaruit bleek dat het OM verdachten gebrekkig informeert door middel van een korte, geautomatiseerde brief waar niet in staat dat het voorwaardelijke sepot ook een aantekening op het strafblad oplevert. Dat kan problemen opleveren als bijvoorbeeld een verklaring omtrent gedrag (VOG) nodig is voor werk of bij subsidies of vergunningaanvragen. Ook staat in de brief niets over de mogelijkheid om te klagen en was het onduidelijk waarom de ene verdachte een sepot met voorwaarden kreeg en de andere niet.
De procureur-generaal van de Hoge Raad kondigde destijds een onderzoek aan naar de sepotbeslissingen. Hiervoor keek de procureur-generaal naar 204 dossiers van strafzaken. In het rapport is de toezichthouder kritisch op zowel de procedures als de inhoud van deze beslissingen.
Zo ontdekte de procureur-generaal van de Hoge Raad dat soms onbevoegde medewerkers van het OM een besluit nemen over een strafzaak. Formeel moet een Officier van Justitie dit doen, maar hiervoor kunnen ook andere medewerkers worden gemandateerd. De toezichthouder ontdekte dat deze mandaatbesluiten soms al in werking waren getreden terwijl ze nog niet ondertekend waren. Het parket Midden-Nederland tekende het besluit zelfs pas 1,5 jaar later. Volgens de toezichthouder is dit ‘met terugwerkende kracht’ mandateren van medewerkers ‘niet correct’.
De toezichthouder ontdekte ook dat verdachten soms helemaal niet worden geïnformeerd over een sepot in hun zaak. Dit kan extra problematisch zijn voor verdachten die een voorwaardelijk sepot krijgen, omdat de datum waarop zij de brief ontvangen ook de ingangsdatum van de proeftijd is. Dit was in 13 van 204 zaken het geval. Ook concludeert de toezichthouder dat ouders of wettelijke vertegenwoordigers van minderjarigen niet altijd worden geïnformeerd over een sepot van de jongere, terwijl dit volgens de wet wel moet.
Waarom een verdachte wel of geen proeftijd krijgt, wordt niet door het OM onderbouwd en hierover worden verdachten ook niet geïnformeerd. De procureur-generaal van de Hoge Raad trof zeven dossiers aan waarin de keuze voor een proeftijd ‘niet begrijpelijk’ was. De voorwaarde dat een verdachte zich ‘niet mag misdragen’ is volgens de toezichthouder problematisch. In 2021 was afgesproken dat deze voorwaarde niet meer zou worden opgelegd, dit is sinds augustus 2023 door het OM doorgevoerd in de brieven die verdachten krijgen.
Er is geen beleid voor de vraag wanneer voorwaarden opgelegd mogen worden aan verdachten bij een sepot, schrijft de procureur-generaal van de Hoge Raad. Het ontbreken van zo’n beoordelingskader ‘kan rechtsongelijkheid in de hand werken’, aldus de toezichthouder. Verder adviseert de toezichthouder het OM onder meer om ‘intern toezicht’ in te stellen voor de sepotbesluiten, te zorgen dat OM’ers die de besluiten nemen daarvoor bevoegd zijn en verdachten worden geïnformeerd over de gevolgen van een sepot en de mogelijkheid om te klagen.
‘Sepotbeslissingen kunnen serieuze gevolgen voor burgers hebben en moeten daarom met grote zorgvuldigheid genomen worden’, zegt Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen, die eerder onderzoek deed naar de werkwijze bij sepots door het OM. ‘De uitkomsten van dit onderzoek zijn aanleiding voor grote zorgen over de wijze waarop het OM zaken behandelt’, aldus Van Zutphen, die het rapport binnenkort zal bespreken met het OM.
Het OM zegt in een reactie de aanbevelingen ‘ter harte’ te nemen. ‘De beslissingen die we nemen en worden verwoord in de brieven die we sturen, moeten duidelijk en begrijpelijk zijn. Daar gaan we stevig op inzetten’, aldus het hoofd van het OM Rinus Otte.
Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer
U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op
Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.