Onderzoek met bronnen
Foetsie BV
of Lees het onderzoek bij De Groene Amsterdammer
De Belastingdienst ziet jaarlijks meer dan honderd miljoen euro aan belastinginkomsten verdampen, door ondernemers die hun bedrijf versneld opdoeken via een zogeheten turboliquidatie.
Fraude met turboliquidatie
Muriël Louman, Linda van der Pol, Jaco Wilschut
In 2016 reist een groepje Nederlandse handelaars in four wheel drives vanuit de Tanzaniaanse stad Dar er Salaam langs de kust naar een goudconcessie in het noorden van het Oost-Afrikaanse land. ‘Wegen zijn daar erbarmelijk slecht, waardoor we pas na twee dagen aankwamen,’ schrijven ze later in hun reisverslag.1 Ze treffen daar een goeddeels onontgonnen gebied aan, waar duizenden kilo’s edelmetaal in het verschiet liggen.
Om de productie op te kunnen schroeven, heeft de mijneigenaar geld nodig. Dat wil hij financieren via een ‘forward gold sale’: investeerders mogen goud aankopen voor maar liefst tien procent onder de beurswaarde. De levering volgt dan enkele maanden daarna, beloven de Nederlandse handelaren die met de constructie op de proppen komen.2
Sommige Nederlandse kopers reizen later zelfs mee naar Tanzania, om de gouden bergen met eigen ogen te aanschouwen. Een koper schrijft hoe hem getoond werd hoe er ‘met een soort wokpan’ een aantal goudschilfers uit de modder gewonnen werd.3
Dat klinkt geenszins als de beloofde productie op industriële schaal. Die heeft ook nooit bestaan, betoogt de Officier van Justitie (OvJ) begin december in de Amsterdamse Rechtbank. Voor het hekje zitten zeven verdachten van een goudzwendel waarbij 45 miljoen euro werd opgehaald voor niet-bestaande mijnbouw zegt het OM. Bijna de helft daarvan verdween direct in eigen zakken.4
Dat gebeurde via bedrijfjes die miljoenen doorgesluisd kregen, met namen als L.A.W.E.P. B.V. - een afkorting voor Laat Anderen Werken en Ploeteren. Opmerkelijk genoeg kocht L.A.W.E.P. met die gelden onder andere echte, bestaande goudbaren aan, stelt de OvJ, die de echtgenote van een van de hoofdverdachten verstopt zou hebben tussen isolatiekorrels en in de kruipruimte van haar woning.5
Honderden kopers bleven al die tijd wachten op hun goud: De FIOD vindt een deel van hun koopcontracten later terug in een garagebox in Blaricum.6
Jaarlijks verdwijnen in Nederland tienduizenden bedrijven van de ene op de andere dag7. Het gebeurt allemaal via de zogeheten turboliquidatie, een razendsnelle bedrijfsopheffing zonder tussenkomst van een curator, notaris of accountant. De wet die dit mogelijk maakt werd in 1994 ingevoerd8 om spook-BV’s te voorkomen: bedrijven die niets meer doen, maar wel blijven bestaan - en daardoor fraudegevoelig zijn. Als een bedrijf geen bezittingen meer heeft, mogen bestuurders het opheffen met een turboliquidatie; zelfs wanneer er nog wel schulden zijn9. Dat maakt het anders dan een faillissement, waarbij een curator overgebleven bezit moet verdelen over schuldeisers. Bij een ‘turbo’ is dat niet nodig, omdat er toch niets te halen valt: van een kale kip valt niet te plukken. Ondernemers hoeven slechts één formulier in te vullen10, handtekening eronder, en de Kamer van Koophandel verwerkt de uitschrijving automatisch.
Inmiddels is deze manier van ontbinden veruit de meest gebruikte route naar bedrijfsbeëindiging in Nederland, waar bijna tachtig procent van de bedrijven gebruik van maakte in 202411. Maar die populariteit heeft ook een schaduwzijde: het blijkt een effectieve manier voor allerhande fraudeurs en criminelen om schuldeisers te ontlopen en hun verantwoordelijkheid te laten verdampen.
Op die manier lopen publieke en private schuldeisers, waaronder de Belastingdienst en het UWV, enorme bedragen mis. Toch bracht nooit een instantie in kaart hoe groot het misbruik werkelijk is. Dat maakt het moeilijk om er goede wetgeving op te maken, laat staan dat er serieus ingegrepen wordt. Een tijdelijke wet, die bedrijven sinds twee jaar verplicht om iets meer documenten in te leveren bij hun opheffing, blijkt vooral symbolisch12. ‘Ja, je moet nu wat meer documenteren,’ zegt universitair docent insolventierecht Erik de Kloe, ‘Maar niemand controleert wat je opschrijft.’
Investico en Het Financieele Dagblad (FD), in samenwerking met De Groene Amsterdammer, onderzochten voor het eerst de vorm en schaal van fraude met turbo’s. Uit onze steekproef blijkt dat meer dan de helft van geturboliquideerde bedrijven tussen 2006 en 2023 een economisch delict beging. Ook identificeerden wij ruim vierduizend bedrijven waarbij gegronde aanwijzingen bestaan voor zwaardere vormen van fraude. Sommige ervan opereren onder tartende namen zoals Foetsie BV, Grap Jas, en Stopfaillissement. Frauderende bedrijven kunnen rustig hun gang gaan en worden bijna nooit bestraft.
Turboliquidaties spelen in nagenoeg elke zwendel een cruciale rol. Ze zijn geen fraudefenomeen op zich - zoals witwassen, ondergronds bankieren, of belastingontduiking - maar een verdwijntruc die misbruik aan het zicht onttrekt. Bedrijfjes zoals Laat Anderen Werken en Ploeteren BV zijn een soort black box en laten na liquidatie nauwelijks sporen na. Jaarrekeningen ontbreken of zijn onvolledig, administraties raken zoek, en zonder vereffening of curator kan na opheffing niemand meer reconstrueren wat er binnen het bedrijf is gebeurd.
Maar wie kijkt naar wat er wel is, kan wel degelijk sporen van misbruik ontdekken. Van CompanyInfo, een databank die allerlei informatie over Nederlandse bedrijven verzamelt op basis van gegevens uit de Kamer van Koophandel, kregen we een lijst van circa 390.000 bedrijven die tussen 2006 en 2023 opgeheven werden via een ‘turbo’. Die bedrijven toetsten we aan vijf risico-indicatoren die volgens experts kenmerkend zijn voor fraude.
De eerste twee zijn van administratieve aard. Zo bleken 134.000 bedrijven hun jaarcijfers niet of jarenlang niet te deponeren13. Op zichzelf is dit geen bewijs van misbruik, maar wel een belangrijk waarschuwingssignaal. Bovendien begaat ruim de helft van de onderzochte bedrijven een economisch delict door haar opheffing te laat door te geven aan de Kamer van Koophandel. Bij één op de zeven ontheffingen melden de ondernemers dit zelfs pas zes weken of langer na opheffing. Hoe langer ondernemers daarmee wachten, hoe meer tijd er is om administratie te laten verdwijnen en bezittingen uit beeld te brengen. Voor schuldeisers rest dan vaak alleen een kostbare gang naar de rechter, die zelden iets oplevert14. Dat is duur, en levert zelden wat op.
Ruim twaalfhonderd bestuurders in onze database zijn betrokken bij vijf of meer turboliquidaties15. Samen zijn zij goed voor ongeveer 6400 snelle ontbindingen, sommigen zelfs voor meer dan honderd16. Dit is bovendien een ruime onderschatting: bij meer dan de helft van de bedrijfsopheffingen in onze data is de bestuurder onbekend. Niet elke veelpleger handelt kwaadwillig. Soms gaat het bijvoorbeeld om een grote reorganisatie waarbij veel dochter-B.V.’s worden opgeheven. Maar zeker wanneer dit ‘veelplegen’ gepaard gaat met een bestuurswissel kort voor het einde, is het een duidelijke rode vlag. Bij 1 op de 5 van deze bedrijven vindt zo’n wissel plaats binnen een jaar voor de opheffing17. Dat kan duiden op het afschuiven van juridische verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld naar een katvanger: iemand die alleen op papier als bestuurder fungeert. Schuldeisers en autoriteiten richten zich zo op de stroman, als er al problemen ontstaan, en de echte belanghebbende blijft buiten beeld.
Tot slot haalden we alle twaalfhonderd veelplegers door het insolventieregister, dat informatie over faillissementen bevat. In totaal is één op de zeven ook betrokken bij tenminste één faillissement van een ander bedrijf18. In de curatorenverslagen lezen we over een bestuurster die al een half jaar op een opsporingslijst staat19, of over een detacheringsbedrijf - gevestigd in Albanië - met een belastingschuld van meer dan twee miljoen euro20. In bijna de helft van deze faillissementen constateert de curator dat er sprake is van onrechtmatig handelen, zoals het ontbreken van de boekhouding of het wegsluizen van geld21. Met regelmaat wordt ook expliciet melding gedaan van faillissementsfraude. Zo’n verleden is ook een rode vlag: het laat zien dat het bij deze bestuurders vaker ‘misgaat’ bij het beëindigen van bedrijven.
Bert W., die op papier bestuurder is van Laat Anderen Werken en Ploeteren B.V., verklaart in een verhoor dat hij grote geldbedragen overmaakte in opdracht van de échte eigenaar - een van de hoofdverdachten in de goudzwendel.22 Bert W. is geen onbekende. Al in 2012 deed een curator melding van fraude, omdat W. betrokken zou zijn bij ‘een groot aantal faillissementen’ en een rol speelt in allerlei ‘vage vennootschappen’23. Recent werd hij in twee andere zaken ook al veroordeeld voor witwassen. Volgens zijn advocaat is W. zelf ook benadeeld, omdat hijzelf óók goud aankocht bij de mijn.24 Het OM ziet dat anders: dat stelt dat W. zijn naam maar al te graag aan de bedrijfjes van de goudhandelaar verbond, in ruil voor vier ton.
In onze database vinden we veel meer stromannen, al verdienen die er meestal geen tonnen mee. Onder de grootste veelplegers zien we bijvoorbeeld een pensionado in een bescheiden woning op de Utrechtse Heuvelrug, over wie een curator noteert dat hij ‘veelvuldig is betrokken bij zogenaamde turboliquidaties en faillissementen’25, en een man uit Kerkrade met een voorkeur voor tropical dance muziek (‘bestuurder heeft per e-mail laten weten dat hem geld is geboden om gefailleerde over te nemen’26).
Met publieke bronnen zijn dit soort constructies maar tot op zekere hoogte in kaart te brengen. Onze data zijn nog verre van compleet. Als een ondernemer geraffineerd te werk gaat, bijvoorbeeld door een doorstart te doen op naam van een neef of een vriend, gaan er geen rode vlaggen omhoog. We schetsen slechts het topje van de ijsberg.
Honderden kleinere sjacheraars blijven vooralsnog onder de radar. Komt het onverhoopt toch tot een zaak, dan doen ze alsof ze van niets weten - en soms klopt dat ook. ‘Het komt voor dat mensen in de rechtbank verschijnen en niet eens weten dat ze bestuurder zijn,’ zegt Jaap Buis, directeur van de SNCU, ‘de cao-politie’ van de uitzendbranche. Buis komt regelmatig gesjoemel met plof-bv’s tegen. ‘Ze hebben gewoon een aardige vent gesproken en een handtekening gezet. Soms is het adres van een bedrijf zelfs dat van een daklozenopvang. Daar gaan ze dan langs om te werven.’
Begin 2020 meldt een commercieel medewerker van P-Tempoline, een uitzendbureau uit Hoofddorp, zich ziek. De veertiger, die dan al bijna zeven jaar in loondienst is bij het bedrijf, vraagt om een afspraak met de bedrijfsarts. Maar die afspraak krijgt hij niet. Meer nog: hij krijgt vanaf zijn ziekmelding óók geen salaris meer uitbetaald.27 Pijnlijk genoeg strijkt Tempoline in diezelfde periode wel een half miljoen euro aan NOW-subsidie op, bedoeld om lonen tijdens de coronacrisis door te betalen.28 Een jaar na zijn laatste uitbetaling neemt de medewerker radeloos ontslag. De rechter geeft de inmiddels voormalige werknemer gelijk, blijkt uit het vonnis.29 P-Tempoline, van wie overigens niemand in de rechtszaal verschijnt, moet zijn achterstallige salaris alsnog betalen.
Bij P-Tempoline gaan al onze vijf rode vlaggen omhoog. Kort na de uitspraak, en kort na het opstrijken van de laatste coronasteun, wordt P-Tempoline - twee maanden met terugwerkende kracht - opgeheven. Intussen lijken de bedrijfsactiviteiten gewoon door te gaan via twee bedrijven op hetzelfde adres, en met bijna dezelfde naam.30 En ook in de bestuurskamer wordt geschoven. Vlak voor opheffing wisselt P-Tempoline meerdere keren van bestuurder.31 De administratie gaat, althans op papier, naar iemand in Pakistan.32
Dat werkt: P-Tempoline betaalt geen cent uit na de uitspraak.33 Nadat het bedrijf opgehouden is te bestaan, probeert de ex-werknemer de vermeende bestuurder van het bedrijf aansprakelijk te stellen om alsnog zijn schade vergoed te krijgen.34 Zonder succes: Met al dat geschuif op papier ziet de rechter geen bewijs dat de gedaagde daadwerkelijk optrad als feitelijk bestuurder - en wijst de vordering af. P-Tempoline was niet bereikbaar voor een reactie.
Het lozen van lastige of zieke medewerkers is een bekend fenomeen bij turboliquidaties, net als het wegsluizen van subsidies. Uit eerder onderzoek van het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ), blijkt dat bij zeventien procent van alle turbo’s sprake is van opheffing na het ontvangen van subsidies35. Dat is niet per definitie fraude. Wel zag het IKZ dat zorgbedrijven regelmatig verdwijnen wanneer een zorgverzekeraar, gemeente of inspectie een onderzoek start of een subsidie terugvordert.
Ook gewone ondernemers hebben het nakijken. Zoals twee jonge architecten, die in 2020 een compleet vakantiepark met tientallen chalets ontwierpen voor een Gelderse projectontwikkelaar. Het park kwam er, maar de rekening - van ruim een ton - bleef onbetaald, en de opdrachtgevende BV verdween.36 De constructie is simpel - je neemt goederen of diensten af en laat je bedrijf verdwijnen wanneer de rekening komt. Veel kleine ondernemers nemen hun verlies vervolgens maar, zegt Insolventie-docent De Kloe. Een rechtzaak is vaak duurder dan de openstaande rekening. ‘Het adagium is hier: Wie procedeert om een koe, legt er een op toe.’
De turboliquidatie wordt ook gebruikt om crimineel geld wit te wassen. In onze database duikt bijvoorbeeld iemand op die grote geldbedragen doorsluisde naar een paar kleine handels- en drukwerkbedrijfjes, op naam van katvangers. Via valse facturen kreeg het geld zo een schijnbaar legale herkomst, en de man nam het nu ‘witte’ geld contant weer op37.
Uiteindelijk betaalt de maatschappij de prijs. Vooral bij publieke schuldeisers loopt de schade hoog op. De Belastingdienst mist jaarlijks ruim honderd miljoen euro aan inkomsten door turboliquidaties, becijferde de fiscus desgevraagd.38 In onderzoek uit 201939 bleek dat eenvijfde van de turbo’s een belastingschuld achterliet. De regels zijn helder. Schulden mogen blijven liggen, zolang alle bezittingen eerlijk zijn verdeeld. Een bedrijf dat nog baten bezit, mag überhaupt niet turboliquideren. In praktijk gebeurt dat toch. Uit de analyse van de Belastingdienst blijkt dat tienduizenden bedrijven na hun ontbinding nog complete bedrijfspanden, boten en andere goederen verkochten. Zelfs het incasseren van belastingteruggaven nadat een bedrijf al is opgeheven, bleek mogelijk: dat gebeurde volgens de fiscus al 35.000 keer.
Dat kan allemaal, omdat hier geen standaardcontrole plaatsvindt. Volgens de fiscus is niet vast te stellen of sprake is van ‘een vooropgezet plan’, of van ‘een zekere laksheid bij de betrokkenen’.40 Voor de handhaving zou dat echter niet uit moeten maken.
Opsporingsdiensten vermoedden jaren geleden al dat fraude met turboliquidaties steeds vaker voorkomt41. Maar de toenmalige minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker, zegt in 2018 pas te willen praten over een wetswijziging als duidelijk is of ‘de gecreëerde situatie’ nog wenselijk is42. Om dat te kunnen bepalen, wil hij eerst cijfers zien. Maar de analyse die de Belastingdienst in 2019 maakt, brengt de omvang van fraude niet goed in kaart. Een vervolg laat op zich wachten43. Zo kan een eventuele wet opnieuw op de lange baan.
Eind 2023 komt er een tijdelijke wet die het midden zoekt tussen ‘een betere informatiepositie voor schuldeisers’44 en regeldruk voor ondernemingen. Bij hun uitschrijving moeten bedrijven voortaan extra documenten indienen, zoals een slotbalans, en hun schuldeisers informeren over hun ontbinding. De ‘geschatte tijdsbesteding’ voor stoppende ondernemers bedraagt, zo staat in de toelichting bij de wet, ‘in totaal 37 minuten’.45
Wie niet aan de nieuwe verplichtingen voldoet kan in theorie vervolgd worden voor een economisch delict of zelfs een bestuursverbod opgelegd krijgen. ‘Daar liggen fraudeurs niet wakker van deze wet,’ zegt Samantha Renssen, universitair hoofddocent Ondernemings- en Insolventierecht aan de Universiteit Maastricht. De wet gaat er vanuit dat bestuurders te goeder trouw handelen, stelt zij, en creëert daarmee vooral extra ballast voor de ‘eerlijke ondernemer’. Maar in gevallen van fraude zijn schuldeisers gebaat bij extra informatie. ‘Juist fraudeurs deponeren waarschijnlijk helemaal niets - en als ze dat al zouden doen, dan denk ik dat het misleidende stukken zijn. De consequenties zijn gewoonweg niet afschrikwekkend genoeg.’
Tot deze conclusie komt het WODC, dat de wet afgelopen zomer evalueerde, ook. Hoewel bestuurders nog ‘redelijk goed’ zijn in het indienen van stukken, doen ze dat vaak te laat en zijn ze inhoudelijk ondermaats. Het IKZ trof tussen de ingeleverde documenten zelfs een kleurplaat aan en een bestuurder die zijn naam noteerde als ‘K.A.T. Vanger’46.
Ook uit ons onderzoek blijkt dat de wet vaart op de eerlijkheid van ondernemers. De positie van schuldeisers verbetert er nauwelijks door. In theorie zou ze toezichthouders wel meer handvatten geven om frauduleus gebruik te signaleren en aan te pakken. Maar zelfs voor de handhavende instanties is onduidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is.
De Kamer van Koophandel, die de extra documenten in ontvangst neemt, controleert alleen of alles daadwerkelijk ingeleverd is. Als dat niet zo is, kan ze ondernemers daarop aanspreken. In praktijk gebeurt dat ‘zelden tot nooit’, laat de KVK weten. Een inhoudelijke controle ontbreekt.
Het Bureau Economische Handhaving (BEH), een onderdeel van de Belastingdienst, kreeg het wettelijk toezicht op turboliquidaties en het deponeren van stukken op haar bordje geschoven. Voor die taak is jaarlijks een ton beschikbaar. De fiscus kan dus ingrijpen, maar zegt dat te doen op basis van signalen van de KvK of via de interne ‘signalenpostbus’. Maar die zijn er nauwelijks. De KvK zegt alleen ‘desgevraagd’ informatie te delen. En in de signalenpostbus kwam in het afgelopen jaar slechts één melding binnen.47
Een ingewijde binnen de Belastingdienst benadrukt dat de wil niet ontbreekt, maar er ook grote capaciteitstekorten heersen, mede door zo’n 300 niet-fiscale taken die op het bord van de organisatie liggen. ‘We moeten heel veel soorten fraude bestrijden: btw-carrousels, ondermijning, toeslagenfraude, en dat betekent keuzes maken.’
Investico werkt altijd samen met andere media. Zo versterken we de onderzoeksjournalistiek in Nederland.
Het strafrecht biedt ook geen oplossing. Het Openbaar Ministerie mag bestuursverboden verzoeken bij de rechter. Vooralsnog vroeg ze nog niet zo’n verbod aan omdat iemand zich niet aan de regels van een turboliquidatie hield. Wel gaf het OM afgelopen jaren boetes voor het niet naleven van deze regels. Het OM vindt het niet vanzelfsprekend dat de opsporing en vervolging van fraude met turbo’s vooral bij hen wordt neergelegd, en wijst op de ruime mogelijkheden voor misbruik die de wet zelf heeft gecreëerd.48 ‘Als zich problemen voordoen, is het logisch om te kijken of het wettelijke kader moet worden aangepast, in plaats van direct te verwachten dat het strafrecht de oplossing biedt.’
Zo verdwijnen de documenten die sinds 2023 verplicht moeten worden ingeleverd - in de Bermudadriehoek van toezicht: al dan niet ingeleverd is er geen instantie die er inhoudelijk naar kijkt of daadwerkelijk ingrijpt.
De nieuwe wet legt ondernemers weinig extra plichten op, en biedt schuldeisers vooral schijnveiligheid. Fraudeurs profiteren intussen van toezichtsinstanties die elkaar de bal toespelen. Ze is het perfecte politieke compromis: Justitie wil bestrijden, Economische Zaken wil ontzien, en Financiën wil vooral niet handhaven.
De tijdelijke wet lijkt vooral bedoeld om te laten zien dát er iets gebeurt. Toch praat Den Haag begin 2026 over het permanent maken ervan. In aanloop daarnaartoe werd de wet al eenmalig verlengd - waarbij de handhavingskosten voor de Belastingdienst nóg lager werden geraamd.49
‘Het probleem is: niemand zit erop te wachten,’ zegt Erik de Kloe, universitair docent insolventierecht aan de Erasmus Universiteit. Voor een particulier is er weinig te beginnen tegen turbo’s, dus is de samenleving afhankelijk van de overheid of van poortwachters om er iets tegen te doen. ‘Maar er is geen budget voor. Als je curatoren verantwoordelijk maakt, moeten die het eigenlijk gratis doen. Accountants zijn veel te duur. Het zou heel afschrikwekkend kunnen werken als de Belastingdienst eens een aantal gevallen hard aanpakt, maar er is geen urgentiegevoel. Bij de ministeries ook niet. Heeft dat te maken met politiek? Dat je er niet mee kunt scoren? Deels wel.’
-
Op 2 december 2025 hielden twee officieren van justitie hun requisitoir in fraudezaak Snowdon, waarin zeven betrokkenen vervolgd worden voor betrokkenheid bij een goudzwendel. Ten tijde van deze publicatie loopt de inhoudelijke behandeling van deze zaak nog. Het OM citeert uit een reisverslag dat gepubliceerd werd op de website van Goudkorting. De reis zou plaatsgevonden hebben rond 12 mei 2016. Zie het reisverslag hier. Goudkorting was, naast Gold Investment Europe BV, een van twee Nederlandse verkoopkantoren van ‘forward gold sale’. ↩
-
De mijnen in Tanzania zouden eigendom zijn van ‘Ruby Creek Resources Inc’, een Amerikaans bedrijf dat verschillende concessies in Tanzania zou hebben. Volgens het OM was Ruby Creek een lege huls. In Nederland ‘verkochten’ Houdkorting en Gold Investment Europe BV goud namens RCR. Zie bijvoorbeeld de claim ‘Koop fysiek goud met 10% korting. Rechtstreeks van de goudmijnen’ op de website van Goudkorting. ↩
-
De OVJ citeert uit een tweede reisverslag, opgetekend door een koper van FGS, die meereisde met de verkopers. ‘Tot slot wordt nog even handmatig gedemonstreerd hoe uit een hoopje zand door veel roeren met water, in een soort wokpan, er uiteindelijk een aantal goudschilfers overblijft. De hoeveelheid mag geen naam hebben, maar blijkt tot verrassing veen een ieder een waarde te vertegenwoordigen van circa $ 1750.’ ↩
-
Ten tijde van deze publicatie liep de inhoudelijke behandeling van de fraudezaak nog. Zie ook deze berichtgeving van Het Financieele Dagblad inzake een van de verdachten van de goudzwendel, gepubliceerd op 19 november 2025. ↩
-
Volgens het OM was één van de verdachten van de fraudezaak feitelijk eigenaar van drie verschillende BV’s die gebruikt werden om de (criminele) opbrengst wit te wassen. Die drie bedrijven ontvingen tezamen bijna 4.4 miljoen euro. LAWEP, dat bij de kamer van koophandel ingeschreven stond als groothandel in juweliersartikelen en uurwerken, ontving daarvan ruim 2.4 miljoen. ↩
-
De FIOD deed in 2019 verschillende invallen bij locaties die geassocieerd worden met de verdachten, zie berichtgeving hier. Later zou ook de garagebox in Blaricum zijn binnengevallen. ↩
-
Tussen 2019 en 2024 zijn er jaarlijks ongeveer 40 duizend turboliquidaties, met een uitschieter omhoog in 2022 (50 duizend) en een uitschieter omlaag in 2024 (30 duizend), zo blijkt uit het WODC-Onderzoeksrapport van de Universiteit Leiden en SEO naar de werking van Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie (pagina 100) ↩
-
Op de website van Kamer van Koophandel valt het volgende te lezen: ‘Voor een turboliquidatie geldt een belangrijke eis. Er mogen géén baten (bezittingen) meer zijn op het moment van ontbinding. Dit is meestal het moment waarop een ontbindingsbesluit wordt genomen. Als er geen baten zijn op het moment van ontbinding, dan wordt een rechtspersoon direct beëindigd. Door de snelle beëindiging heet dit proces een turboliquidatie.’ ↩
-
Dit betreft het zogeheten formulier 17a, dat te vinden is op de website van de Kamer van Koophandel: www.kvk.nl/over-het-handelsregister/formulier-17a-ontbinding-rechtspersoon ↩
-
Uit figuur 6.2 van het WODC-Onderzoeksrapport van de Universiteit Leiden en SEO naar de werking van Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie valt op te maken dat in 2024 77% van alle bedrijfsbeëindigingen van rechtspersonen een turboliquidatie was. ↩
-
Dit gaat over de Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie die sinds november 2023 van kracht is. ↩
-
Voor een uitgebreidere toelichting op de data-analyse kunt u onze onderzoeksverantwoording lezen. Deze is te vinden onder het kopje ‘verantwoording’. ↩
-
Voor een uitgebreidere toelichting op de data-analyse kunt u onze onderzoeksverantwoording lezen. Deze is te vinden onder het kopje ‘verantwoording’. ↩
-
Voor een uitgebreidere toelichting op de data-analyse kunt u onze onderzoeksverantwoording lezen. Deze is te vinden onder het kopje ‘verantwoording’. ↩
-
Voor een uitgebreidere toelichting op de data-analyse kunt u onze onderzoeksverantwoording lezen. Deze is te vinden onder het kopje ‘verantwoording’. ↩
-
Voor een uitgebreidere toelichting op de data-analyse kunt u onze onderzoeksverantwoording lezen. Deze is te vinden onder het kopje ‘verantwoording’. ↩
-
Voor een uitgebreidere toelichting op de data-analyse kunt u onze onderzoeksverantwoording lezen. Deze is te vinden onder het kopje ‘verantwoording’. ↩
-
In het verslag van de curator van het bedrijf met het kvk nummer 62156810, valt te lezen dat het bedrijf staat ingeschreven in kelder van de Kamer van Koophandel en dat de bestuurder een half jaar op de opsporingslijst heeft gestaan maar niet gevonden. ↩
-
In het verslag van de curator van het bedrijf Haagse Personeel Diensten B.V. valt op te maken dat dit bedrijf statutair gevestigd is in Den Haag en kantoorhoudende in Krüje (Albanië) aan de Vrana Konti 1501 ↩
-
[Uit de data bleek dat 184 bestuurders betrokken waren bij 318 eerdere faillissementen. Platform Investico bekeek al deze faillissementsverslagen om te beoordelen of zij zich in het verleden schuldig hadden gemaakt aan onrechtmatig handelen, zoals het ontbreken van een boekhouding, wegsluizen van geld of paulianeus handelen. Ook of er melding van deze ondernemers is gedaan bij het Meldpunt Faillissementsfraude of een andere opsporingsambtenaar is meegenomen als aanwijzing voor mogelijk onrechtmatig handelen. Van de 318 verslagen die Investico bekeek, bleek bij 149 sprake te zijn van onrechtmatig handelen. Dat komt neer op 47.9% Zie hier onze uitgebreide onderzoeksverantwoording. ↩
-
Blijkt uit het requisitoir van het Openbaar Ministerie, voorgelezen in Rechtbank Amsterdam op 2 december 2025. ↩
-
Deze citaten zijn letterlijk overgenomen uit het eindverslag van de curator van 10 oktober 2012 van het bedrijf Transacta Zuid Nederland B.V. ↩
-
Blijkt uit het pleidooi van de advocaat van W., Mr Robert Zilver, uitgesproken half december 2025 in Rechtbank Amsterdam. ↩
-
https://www.faillissementsverslagen.com/faillissement/verslagen/verslag/09_dha_15_706_F_V_09 ↩
-
https://www.faillissementsverslagen.com/faillissement/verslagen/verslag/05_gel_23_38_F_V_02 ↩
-
P-Tempoline ontving tenminste 441206 aan NOW, verdeeld over vijf rondes, blijkt uit een data-analyse door CompanyInfo. De laatste ronde waaraan P-Tempoline meedeed, was ronde 5. Aanvragen daarvoor konden tot 30 juni 2021 ingediend worden. P-Tempoline werd ontbonden per 1 september 2021. ↩
-
Op het oude adres in Hoofddorp zijn op het ogenblik nog actief Uitzendbureau Tempoline BV, en K-Tempoline BV. ↩
-
P-Tempoline wordt in 2016 opgericht door iemand die opduikt in onze veelplegerslijst. Bij twee faillissementen, waarbij hij ook betrokken was, stelde de curator vast dat de man onrechtmatig tienduizenden euro’s overmaakte naar eigen bankrekeningen. Later werd de enig aandeelhouder achtereenvolgens de dochter van de eigenaar van de ándere Tempoline-uitzendbureaus, en twee britse Limiteds. ↩
-
De ‘bewaarder van boeken en bescheiden’, zoals dat heet, staat bij de Kamer van Koophandel ingeschreven op adres ‘Hyderabad, Sindh, Pakistan’. Hyderabad is een stad met bijna 1,5 miljoen inwoners. ↩
-
De voormalig medewerker klaagde in 2021 ook de feitelijke bestuurder van Tempoline aan, die eveneens werd veroordeeld tot de betaling van een vergoeding aan de medewerker. Die betaling werd wel voldaan via Tempoline, blijkt uit een tweede vonnis van 4 januari 2023. ↩
-
Nadat P-Tempoline is opgehouden te bestaan, terwijl zij niet aan haar betalingsverplichting naar de oud-medewerker heeft voldaan, daagt de oud-medewerker de vermeende eigenaar van P-Tempoline voor de rechter. Op basis van het feit dat de oud-medewerker eerder betalingen namens deze vermeende eigenaar ontving via Tempoline, betoogt de advocaat van de medewerker dat deze man de feitelijke bestuurder van P-Tempoline was. Dat is echter niet terug te zien op de KVK-formulieren, waarop veel geschoven wordt met aandeelhouders en bestuurder. Zie uitspraak 4 januari 2023. ↩
-
Het IKZ, dat aan het eind van de zomer van 2025 een rapport publiceerde over turboliquidaties in de zorg, schrijft het volgende: ‘Op basis van de data die we van DUS-I hebben ontvangen, blijkt dat bij bijna 17% van de geturboliquideerde rechtspersonen sprake is van opheffing van de rechtspersoon na het ontvangen van een of meerdere subsidies. Overigens wil dit niet zeggen dat er bij alle 17% sprake is geweest van onrechtmatigheden. Echter, uit onze gesprekken met enkele experts kwam naar voren dat er zo’n plotselinge beëindiging na het ontvangen van een of meerdere subsidies en vóór het moment van de verantwoording opmerkelijk is en dat het als een risico-indicator dient te worden gezien. ↩
-
Deze casus werd aangedragen door Mr Joost Konings van incassobureau Invorderingsbedrijf. Konings daagde de ontwikkelaar namens het architectenduo voor de rechter en kreeg in de zomer van 2021 op alle punten gelijk. Maar het vonnis bleek waardeloos, omdat de BV van de projectontwikkelaar enkele weken daarvoor via een turboliquidatie was opgeheven. ↩
-
De Belastingdienst beantwoordt op 25 november 2025 vragen van het FD over misgelopen belastinginkomsten als volgt: “Voor het jaar 2016 is de openstaande schuld van alle TL ongeveer € 90 miljoen aan materiele aanslagen en ongeveer voor € 26 miljoen aan AH opgelegde aanslagen.” Daarnaast blijkt uit een analyse dat tussen 2016 en 2019 elk jaar meer dan honderd miljoen aan bedragen blijft openstaan bij de Belastingdienst. ↩
-
Het Ministerie van Financiën publiceerde op 7 oktober 2019 een analyse van de turboliquidatie (https://www.eerstekamer.nl/overig/20191007/analyse_turbo_liquidaties/document). Deze analyse laat zien wat er gebeurt binnen bedrijven die turboliquideren. ↩
-
Blijkt uit reactie op vragen van Investico en het FD. ↩
-
Het Openbaar Ministerie treedt steeds harder op tegen faillissementsfraude, dus zoeken fraudeurs hun toevlucht nu elders, is de redenatie van het Openbaar Ministerie en de FIOD https://fd.nl/ondernemen/1165890/actie-tegen-nieuwe-fraudevorm-met-plof-bvs ↩
-
Toegezegd op 4 oktober 2018, zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29911-210.html ↩
-
In 2019 wordt een team van de Belastingdienst aan het werk gezet om een (hernieuwde) poging te doen om de aard, ernst en omvang van fraude met turboliquidaties in kaart te brengen. Dit rapport komt er nooit. Dat dit rapport in de maak was, blijkt uit een tussentijdse rapportage, die via een WOO-verzoek onlangs wel online is gekomen. Dat rapport is hier te vinden. De Belastingdienst laat in reactie op vragen van Investico en het FD weten dat ze er door onze vragen achter kwamen dat dit rapport nooit afgemaakt is en dat ze als doel hebben het rapport voor de jaarwisseling alsnog af te ronden. Daarna kijken ze hoe ze dit rapport kunnen publiceren, ook bezien in relatie tot de permanente wetsbehandeling begin 2026. ↩
-
Zie memorie van toelichting: https://www.eerstekamer.nl/behandeling/20220707/memorie_van_toelichting_6/document3/f=/vlukg8a93jzs.pdf (pagina 16) ↩
-
Zie memorie van toelichting: https://www.eerstekamer.nl/behandeling/20220707/memorie_van_toelichting_6/document3/f=/vlukg8a93jzs.pdf ↩
-
https://www.ikz.nl/wp-content/uploads/2025/10/Rapport-Turboliquidaties-en-voortzettingen-in-de-zorg-Stichting-Informatieknooppunt-Zorgfraude-St.-IKZ.pdf ↩
-
Blijkt uit reactie op vragen van Investico en het FD ↩
-
Blijkt uit reactie op vragen van Investico en het FD ↩
-
In de beslisnota ‘Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie: vervolg permanente invoering & verleningen’ valt het volgende te lezen: In de kosten van het BEH wordt als volgt voorzien: met BEH wordt verkend of de extra uitvoeringskosten van de tijdelijke wet mogelijk lager liggen dan initieel geraamd, en voor zover er extra kosten van de tijdelijke wet resulteren, wordt hierin voorzien gedurende de periode van twee jaar vanuit de JenV-begroting.’ Bron: https://open.overheid.nl/documenten/39511f53-5153-48ac-ba0d-c880d97ea7b5/file ↩
- Lees meer over
- Belastingdienst
- Fraude
Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico