Door: Gidi Pols en Jochem van Staalduine
Kredietverstrekkers uit Scandinavië hebben Nederlandse zzp’ers in geldnood ontdekt als klant voor woekerleningen. De bedrijven hebben nu al miljoenen euro’s uitstaan bij Nederlandse eenmansbedrijfjes voor rentes die variëren tussen de 18 en 200 procent, en zijn hard bezig hun marktaandeel te vergroten. Dat blijkt uit onderzoek van De Groene Amsterdammer en de Volkskrant.
De bedrijven profiteren van de gebrekkige rechtsbescherming van Nederlandse zzp’ers op de kredietmarkt. Het maximale rentetarief voor consumenten van 14 procent per jaar, geldt voor hen niet. De Scandinavische bedrijven zijn afkomstig uit de wereld van incassobedrijven en flitskrediet. Ze zijn gespecialiseerd in de ‘onderkant’ van de markt. Als geen ander weten ze hoe ze met extreem hoge rentetarieven het relatief hoge aantal wanbetalers kunnen compenseren.
Een lening bij het label B2Business, onderdeel van het Finse bedrijf Ferratum, kost gemiddeld 38 procent per jaar. Bij het eveneens Finse OPR Bedrijfskrediet kost de meest gunstige lening 30 procent en de minst gunstige 200 procent rente. Bij het Zweedse Yeaz schommelen de rentes tussen de 18 en 57 procent per jaar.
‘Alles boven de 25 procent op jaarbasis is naar mijn mening een woekerrente’, zegt lector Lex van Teeffelen van de Hogeschool Utrecht, gespecialiseerd in nieuwe financieringsvormen voor het midden- en kleinbedrijf. Hij pleit bij krediet aan kleine ondernemers voor een renteplafond en een zorgplicht. ‘Zzp’ers denken in veel gevallen net als een consument.’ Ongeveer de helft van de kleine ondernemers is volgens Van Teeffelen financieel analfabeet. ‘Ze zien de kosten per maand en denken: dat is de rente, klaar. Maar met 10 procent per maand kom je uit op een rente van 120 procent per jaar.’
Politieke keuze
Dat zzp’ers vogelvrij zijn bij de verkoop van financiële producten, is een bewuste politieke keuze, legde CDA-minister Wobke Hoekstra van Financiën onlangs uit op Kamervragen van politieke partij Denk. ‘Consumenten worden beschermd omdat zij doorgaans een informatieachterstand hebben en zich in een zwakkere positie bevinden ten opzichte van ondernemers. Van ondernemers wordt meer voorbereiding en kennis verwacht’.
Het perspectief van een miljoen zzp’ers dat zich buiten toezicht van de Autoriteit Financiële Markt (AFM) ongehinderd in de schulden kan steken, verontrust hoogleraar ondernemingsfinanciering en financiële markten Arnoud Boot van de Universiteit van Amsterdam. ‘Als alle zzp’ers tussen de mazen van de wet vallen, dan heb je een majeure omissie in het toezicht.’
‘Van ondernemers wordt meer voorbereiding en kennis verwacht’
Hij vindt dat op zijn minst een deel van de zzp’ers beschermd moeten worden tegen te ingewikkelde financiële praktijken. ‘Met een eenmanszaak tel ik aan het einde van het jaar alle inkomsten bij mijn inkomen op. Al het risico dat ik loop, is persoonlijk risico. Ik heet misschien ondernemer, maar er is geen enkel onderscheid met een consument. Het lijkt me evident dat we er niet vanuit kunnen gaan dat eenmanszaken er zelf wel even uit kunnen komen.’
De linkse oppositie in de Tweede Kamer deelt die mening. ‘Met de beste wil van de wereld kun je een zzp’er die gisteren nog consument was niet in dezelfde categorie indelen als Unilever’, zegt Farid Azarkan van Denk. PvdA-kamerlid Henk Nijboer: ‘Het is gewoon een vorm van oplichting. Daar moeten we de AFM en het Openbaar Ministerie op afsturen’. Beiden vinden dat de consumentenbescherming geldig zou moeten zijn voor eenpitters en andere kleine ondernemers. Nijboer: ‘Ik vind 14 procent rente eigenlijk al heel hoog.’ Ook GroenLinks-Kamerlid Bart Snels noemt de nieuwe zzp-kredieten zorgwekkend. ‘De oplossing begint bij een zorgplicht, daarnaast zou de AFM moeten handhaven en de derde stap is dat de minister bepaalt welk maximum percentage hij redelijk acht. Dat is zeker geen 200 procent.’
Dit project kwam tot stand dankzij steun van Fonds 1877. Lees het volledige onderzoek bij De Groene Amsterdammer en het nieuws bij de Volkskrant.