Vooral als financier en vastgoedeigenaar heeft de bovenwereld zich stevig in de sector gevestigd. Maar dat geldt ook voor (ex-) criminelen en ondernemers uit de gokkast- en prostitutiewereld die als ‘criminogeen’ wordt aangemerkt. Door niet te opereren als exploitant maar op de achtergrond te blijven, is het mogelijk dat financiers en pandeigenaren een strenge toets van de overheid ontlopen.
FD-redacteur en vastgoedspecialist Vasco van der Boon en Investico-redacteur Guido van Eijck hebben maandenlang doopcelen gelicht van alle coffeeshops, mede op basis van openbare informatie uit het Kadaster en de Kamer van Koophandel. Hun monnikenwerk levert een uniek beeld op de werkelijke belangenhouders in de sector. Door alle data te verzamelen in een interactieve kaart op internet, maken we die informatie toegankelijk. Wie wil weten wie eigenaar of exploitant is van de ‘coffeeshop om de hoek’, en wat de eventuele relaties zijn met andere shops, kan dat nu zelf opzoeken. Van die transparantie kunnen klanten, belangengroepen, (lokale) bestuurders en media, politici en allerlei onderzoekers profiteren.
Waarom al die moeite? Die vraag is ons regelmatig gesteld toen we ons plan bespraken met buitenstaanders. Coffeeshops zijn geen groot openbare ordeprobleem. Het gebruik van cannabis veroorzaakt minder leed dan het veel massalere alcoholgebruik. We zijn dan ook geen voor- of tegenstanders van coffeeshops en willen de sector evenmin criminaliseren.
De openbaarheid rond coffeeshops schiet echter tekort, en dat is wel degelijk een probleem. Van de Tweede Kamer zou de sector mogen worden gelegaliseerd. De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb suggereerde onlangs om nieuwe vergunningen voor coffeeshops te gunnen aan de hoogste bieder. De kennelijke veronderstelling is dat de branche via richtlijnen van Justitie; gemeentelijke gedoogregels en Bibob-wetgeving voor suspecte exploitanten al voldoende is gereguleerd.
Dat is dus zeer de vraag. Zelfs ons uitgebreide onderzoek geeft niet altijd antwoord op wie de werkelijke belangenhouders van coffeeshops zijn. Wie heeft het daar voor het vertellen: de exploitant; de eigenaar of iemand anders? Vaak hebben we geen enkele informatie kunnen vinden over personen die als uitbater staan ingeschreven. Dat iemand op Google niet één keer voorkomt, zegt op zichzelf niet zoveel. Maar voor ondernemers is het bijzonder en voor coffeeshophouders mag het reden zijn voor argwaan.
Bijkomend probleem is dat informatie die ‘openbaar’ is, in werkelijkheid nauwelijks te raadplegen is en daarom geheim blijft. Gegevens over financiering en eigendom van onroerend goed of bedrijf kunnen in Nederland alleen tegen forse betaling bij de Kamer van Koophandel en het Kadaster worden opgevraagd. Voor ons onderzoek waren duizenden van zulke aanvragen noodzakelijk. Transparantie wordt hierdoor een uiterst kostbare zaak die voor veel media onhaalbaar is. Met betere regels voor open toegang tot deze bronnen, kan de overheid daar iets aan doen.
Jeroen Trommelen, hoofdredacteur Investico.