De Tweede Kamer heeft woensdag een wetswijziging aangenomen die het aanbieden van tijdelijke huurcontracten nog makkelijker heeft gemaakt. Ook partijen die kritisch staan tegenover tijdelijke huurcontracten stemden voor. Denk, die tijdelijke huurcontracten volgens haar verkiezingsprogramma ‘aan banden’ wil leggen, steunde de verruiming. Hetzelfde geldt voor de ChristenUnie die tijdelijke contracten na de verkiezingen helemaal wil afschaffen. De uitslag is ook opmerkelijk omdat de evaluatie van de oorspronkelijke wet nog niet is afgerond, en D66-minister Kajsa Ollongren de wetswijziging daarom ontraadde. Toch stemde ook haar partij nu voor.

Onderzoek van Investico afgelopen december toonde aan dat tijdelijke huurcontracten zorgen voor sneller stijgende huurprijzen en een onzekere positie voor de huurder. De wet die nu wordt verruimd, introduceerde vijf jaar geleden tijdelijke huurcontracten op de particuliere huurmarkt. Anders dan de minister beloofde, zorgde dat niet voor meer woningaanbod of doorstroming vanuit de sociale sector. Volgens huisvestings-onderzoeker Carla Huisman van de Technische Universiteit Delft is de wetswijziging ‘buitengewoon slecht nieuws voor de huurder’.

De wetswijziging die werd aangenomen, is ingediend door VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis. Volgens hem doet de wijziging recht aan ‘zowel de belangen van de huurder als de belangen van de verhuurder’. Huisman is het daar niet mee eens. ‘Dat klopt alleen als je ervan uitgaat dat de huurder anders toch geen vast contract krijgt. Maar de bedoeling was juist dat een vast contract de norm zou blijven.’ 

Partijen stemmen tegen eigen programma in

Met de verkiezingen binnen handbereik stemden acht partijen voor de verruiming. Volgens het Woonkieskompas willen vijf van deze partijen het juist moeilijker maken voor verhuurders om tijdelijke contracten aan te bieden. Naast de ChristenUnie en Denk stemde ook D66 voor de wetswijziging, terwijl de partij in haar verkiezingsprogramma schrijft een ‘maximum aan tijdelijke huurcontracten per wijk’ te willen instellen. De PVV en Krol stemden in november nog voor een motie die het gebruik van tijdelijke huurcontracten moest beperken tot specifieke doelgroepen, maar gaven nu steun aan de verruiming van de wet.

Volgens Barend Wind, onderzoeker van de Universiteit Groningen, is de wetswijziging, een ‘cadeautje voor de particuliere verhuurder’. Voordeel voor de huurder ziet hij niet. ‘Dit lost de woningnood niet op, want er wordt hierdoor niet méér gebouwd. De betaalbaarheid komt mogelijk nog verder onder druk te staan en het vergroot de onzekerheid voor huurders.’ 

De opeenvolgende ministers Stef Blok en Kajsa Ollongren beloofden dat het tijdelijke contract een uitzondering zou blijven, maar het Investico-onderzoek liet zien dat bijna de helft van de particuliere huurwoningen inmiddels wordt aangeboden met een tijdelijk contract. Bij een derde van de tijdelijke huurcontracten werd bovendien een onwettige minimumtermijn gesteld waarin de huurder niet kon opzeggen. ‘De minimumtermijn betekent dat het aan twee kanten onzeker wordt. Dan zit je er ook nog eens aan vast, terwijl je eigenlijk wil zoeken naar iets anders’, aldus Huisman. Met de huidige wetswijziging is ook die praktijk gelegaliseerd.

In december concludeerde Investico dat de helft van de huurhuizen aangeboden wordt met tijdelijk contract. Lees het onderzoek hier.

Auteurs

Michelle Salomons

Michelle Salomons studeerde journalistiek in Utrecht en kunst en politiek aan Goldsmiths University in Londen. Eerder werkte ze als …
Profiel-pagina

Felix Voogt

Felix studeerde productie aan de Nederlandse Filmacademie en werkte op de afdeling Internationaal van het Nederlands Filmfonds. Voor …
Profiel-pagina