Het middelste paneel van het drieluik De Hooiwagen van Jeroen Bosch (circa 1450 – 1516) toont een hysterische mensenmenigte rond een kar vol hooi. Iedereen probeert er wat van te bemachtigen. Demonen trekken de wagen voort richting de hel, op het rechterpaneel. Een stoet hoge heren – koningen, edelen en een paus – loopt erachteraan. Op de voorgrond laat een rondbuikige pater in een stoel, glas wijn in de hand, zijn zakken vullen door nonnetjes. Jezus Christus ziet het tafereel vanaf een wolk met lede ogen aan.
Hooi stond in de Middeleeuwen symbool voor bedrog, ijdelheid en materialisme. Jheronimus Bosch wilde laten zien dat mensen, die uit de hoogste standen voorop, te veel hechten aan aardse zaken. Het is juli 2008 als CDA-burgemeester Ton Rombouts van Den Bosch het drieluik van dichtbij bekijkt. Hij verblijft dan met premier Balkenende in Madrid, in het Museo del Prado, waar de belangrijkste werken hangen van Jeroen Bosch (El Bosco) zoals het befaamde De Tuin der Lusten. 2016 is het 500ste sterfjaar van Jeroen Bosch. Rombouts wil dat vieren met een gedenkjaar, waarin het werk van Den Bosch’ beroemdste zoon terugkeert naar Brabant. Perfect ook voor zijn persoonlijk afscheidsfeestje, want Rombouts wordt dat jaar 65. Maar het Prado wil De Tuin der Lusten, het absolute topstuk, niet uitlenen. Te kostbaar om te vervoeren, te belangrijk als publiekstrekker. Maar misschien mag De Hooiwagen wel, hoopt Rombouts hardop.
Het Jeroen Bosch Jaar (JB500) is een van de projecten waaraan Den Bosch het geld besteedt dat de stad heeft verdiend met de verkoop van aandelen Essent, de dividenden van Essent en de eerdere verkoop van de plaatselijke energiemaatschappij RHN. Alles bij elkaar gaat het om zevenhonderd miljoen euro in twintig jaar tijd, twaalfduizend euro per huishouden. Had de stad dat geld teruggegeven aan haar burgers, dan waren die twintig jaar lang gevrijwaard gebleven van gemeentelijke woonlasten, gemiddeld zo’n zeshonderd euro per jaar. Maar dat deed het stadsbestuur niet. Het trok vooral de portemonnee voor nieuwe gebouwen.
Het feest van de energiegelden begint voor Den Bosch in 1993: de stad verkoopt dan haar nutsbedrijf RHN voor 250 miljoen gulden aan de Provinciale Noord-Brabantse Elektriciteits Maatschappij (PNEM). Het gemeentebestuur zet 110 miljoen gulden opzij, voor grote investeringen. Een paar jaar later, in 1996, besluit het een nieuw stadskantoor te bouwen van 110 miljoen gulden. Het oude is op dat moment nog geen twintig jaar oud. Aan de Wolvenhoek, midden in het centrum, verrijst een glazen kubus waar het gemeentepersoneel voortaan zijn werk kan doen. Die ambtenaren moeten ook hun auto ergens kwijt. Dus komt er een parkeergarage. Om ruimte te besparen kiest het stadsbestuur voor een systeem dat auto’s volautomatisch in het juiste vak zou moeten parkeren. Maar dat laatste wordt een fiasco. Soms komt de verkeerde auto uit de lift, soms verschijnen auto’s met krassen of loshangende buitenspiegels. De Opel van ambtenaar Jan de Wit komt op een dag in januari 2005 total loss de lift uit. Het systeem had het Corsaatje proberen te parkeren op een plek waar al twee auto’s stonden. Uiteindelijk besluit de gemeente de garage – spookgarage in de volksmond – om te bouwen tot eentje waarin bestuurders gewoon zelf hun auto wegzetten. Er blijft ruimte voor negentig parkeerplekken. De totale kosten voor de garage komen door alle missers op acht miljoen euro – zo’n negentigduizend euro per parkeervak.
Voor de ingang van deze garage staat Bart Bekker te fulmineren. Op precies deze plek stond tot 1997 de enige gymzaal van de Bossche binnenstad. Leerlingen van twee basisscholen hadden er gymles. Ze worden nu al veertien jaar lang met bussen naar andere gymnastiekzalen buiten het centrum gebracht.
Bart Bekker, klein van stuk, rap van tong, pensioenadviseur van beroep, is voorzitter van het actiecomité van boze ouders. Zij eisen een fatsoenlijke gymvoorziening voor hun kinderen. Bekker loopt de Keizerstraat uit, de hoek om, naar de Sint-Jorisstraat. Daar heeft de gemeente het pand van een vroegere autohandel gekocht om een nieuwe gymzaal te bouwen. IJzeren steunberen stutten het dak van de ijskoude hal, die aan de achterkant uitzicht biedt op het glazen stadskantoor. Er zijn funderingsproblemen die de verbouwing tot gymzaal veel duurder maken dan gepland. Volgens de gemeente is daar geen geld voor. Uit het potje voor onderwijshuisvesting is zeventien jaar lang het busvervoer naar andere gymzalen betaald, à raison van tachtigduizend euro per jaar. Een voorstel aan de raad uit 2012 stelde dat de gymzaal wellicht alleen is te verwezenlijken als de gemeenteraad geld gebruikt uit het Fonds Integrale Afweging, dat vooral wordt gebruikt voor armoedebestrijding. Inmiddels heeft de gemeente wel middelen gevonden, maar nu houdt een juridisch conflict met de eigenaar van het belendend pand de verbouwing op.
Bekker kan er woest om worden. “De gemeenteraad laten kiezen tussen armoedebestrijding en de bouw van een nieuwe gymzaal – dat is toch te hufterig voor woorden! Die buskosten zijn het gevolg van de zucht naar luxe van het gemeentebestuur. Dat wilde zichzelf op een chique parkeervoorziening trakteren en joeg daarvoor de sloopkogel door de oude gymzaal. Dat is toch bestuurlijk onvermogen van hier tot Tokio?”
Waarom Bekker zich zo druk maakt om het gymzaaltje? “Dit is mijn stad. Je schaamt je dat je kinderen niet het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben.”
Van de Sint-Jorisstraat naar De Muzerije is precies een kilometer lopen door de historische binnenstad. Langs het voor vijftig miljoen euro opgeknapte Museumkwartier richting De Parade. Dan linksaf, voor de Sint-Janskathedraal langs, en bij de bibliotheek rechtsaf, de Hinthamerstraat in. Hier kunnen Bosschenaren terecht in het vroegere bisschoppelijk paleis, waar de Muzerije muzieklessen, danscursussen en andere creatieve bezigheden verzorgt. Het is grondig verbouwd na een gemeentelijk besluit in 2008. Aanvankelijk wordt 8,3 miljoen vrijgemaakt, maar de gemeente wil er iets speciaals van maken en zo loopt het budget op tot dertien miljoen. Architectonisch is het een hoogstandje. De muziek-, dans- en dramadocenten zijn minder tevreden. Na de verbouwing is de akoestiek verdwenen, een podium ontbreekt en in de dependance voor de danslessen doet de airco het zo slecht dat cursisten flauwvallen.
Dat dit soort budgettaire overschrijdingen niet leidt tot financieel noodweer in de stad, komt doordat PNEM is opgegaan in energiebedrijf Essent. Den Bosch bezit 3,7% van de aandelen en omdat het dividend maar blijft stijgen, tot ruim achttien miljoen euro in 2008, ontstaat er ruimte voor nog veel meer prestigieuze projecten. Helemaal als Essent in 2007 dochterbedrijf Kabelcom aan het latere Ziggo verkoopt. Den Bosch ontvangt dat jaar achtenveertig miljoen euro aan superdividend. Het grootste deel gaat naar het structuurfonds, waarmee de stad grote projecten financiert – zoals de verbouwing van de Muzerije.
De exploitatie van de muziekschool loopt niet via het structuurfonds, maar via de gemeentebegroting. En die vertoont tekorten. Terwijl de verbouwingskosten oplopen, gaat het cursusgeld voor muziekles als gevolg van gemeentelijke bezuinigingen omhoog van 679 euro naar 1140 euro per jaar. De gemeente ziet het betaalbaar houden van cursussen niet als haar verantwoordelijkheid. Sterker, in 2011, net na de verbouwing, besluit Den Bosch om vanaf 2013 per jaar 750.000 euro extra te bezuinigen op de exploitatie van de Muzerije. Bij een grondige reorganisatie verliest het merendeel van de cultuurdocenten zijn baan. Wethouder van cultuur Rodney Weterings (PvdA) vindt dat een groot deel van de cursussen kan worden overgelaten aan de vrije markt. Het kan allemaal efficiënter en tegen lagere kosten. De Muzerije moet projecten in wijken en op scholen gaan doen en docenten daarvoor voortaan flexibel inhuren.
In de Industriehaven, aan de noordwestelijke stadsrand niet ver van de brouwerij van Heineken, ligt de woonboot van Bas van den Booren. Vanuit zijn woonkamer ziet hij op de andere oever de Brabanthallen liggen. Een dag eerder heeft hij er langs de kade dranghekken neergezet, die moeten voorkomen dat bezoekers van een vakbeurs hun bolide het water in rijden. “Daarmee verdien ik wat bij naast mijn uitkering.” Van den Booren was gitaarleraar bij de Muzerije maar werd ontslagen. Net als zijn oud-collega en saxofoonleraar Edward Capel. Samen zaten ze in de ondernemingsraad. “Eerst kwamen er extra managementlagen en werd er geld gestopt in gebouwen”, vertelt Van den Booren. “Daarna kwamen de bezuinigingen. Een cursus ‘spelen in een popband’ met vijf pubers? Alleen als er minstens negen jongeren meededen. Maar ja, in een popband zitten maximaal vijf man.” Van de dure verbouwing van de muziekschool hebben weinig mensen profijt. “Er gebeurt weinig meer”, zegt Capel. “De ontslagen docenten kunnen als zzp’er een lokaal huren. Dat doet bijna niemand, omdat de prijs idioot is.” De twee oud-OR-leden van de Muzerije zijn verbitterd. Van den Booren: “Den Bosch is helemaal gestoord. Stond er een stuk in het Brabants Dagblad dat Den Bosch culturele hoofdstad van Europa wil worden. En daarnaast een artikeltje waarin een raadslid uitlegt dat de Muzerije moet verdwijnen, en dat de wens om culturele hoofdstad te worden daar niets aan zou veranderen.”
De bezuinigingen op de Muzerije staan niet op zichzelf. Ze zijn deel van een omvangrijk bezuinigingspakket van vijftien miljoen per jaar, nodig om rijksbezuinigingen op te vangen. Ook amateursporters, chronisch zieken, Centrum Jeugd en Gezin en de sociale werkvoorziening moeten het vanaf 2013 structureel met minder doen. Bijna alle beleidsterreinen voelen de gevolgen. Alleen het structuurfonds krijgt er geld bij. De gemeenteraad besluit de 850.000 euro extra dividend die Enexis jaarlijks uitkeert structureel daarin te storten. Enexis is het voormalige netwerkbedrijf van Essent (de pijpen en kabels) dat nog in handen is van de overheden. Ook de veertig miljoen euro die de gemeente nog tegoed heeft uit de Essent-verkopen gaan naar het potje voor de grote projecten.