In een lange stoet van oud-ministers, corporatiedirecteuren en experts komen de bekende misstanden nog eens voorbij.
In aanloop naar de parlementaire enquête schreven wij vorig jaar het artikel ‘Tucht van staat noch markt’ (sinds vandaag gratis te lezen), een grondig onderzoek naar de verzelfstandiging van de corporatiesector midden jaren negentig. Niet toevallig ook het startpunt van de enquête.
Corporaties mochten toen hun eigen boontjes gaan doppen. Het was ‘de grootste financiële operatie ooit’: bijna veertig miljard aan leningen werd weggestreept tegen hetzelfde bedrag aan subsidies. Was het verstandig de sociale volkshuisvesters op afstand van de overheid te zetten? Ja, zeggen de ambtenaren en bestuurders die hierbij betrokken waren. Het leverde een eenmalige bezuiniging op van 1,7 miljard gulden en minder bemoeienis vanuit Den Haag. Corporaties moesten de markt op en konden met staatsgarantie goedkoop geld lenen. Anno 2014 staat de Nederlandse staat voor bijna negentig miljard euro garant.
Dankzij de lage rente en exploderende huizenprijzen werden corporaties steeds rijker. Door hun bezit anders te waarderen, leken ze op papier bovendien nog meer waard. Gemeenten, ministers en ambtenaren maakten gretig gebruik van deze weelde: corporaties mochten wijken opknappen, in infrastructuur investeren en de schatkist spekken. In ruil daarvoor controleerden de vermogende corporaties zichzelf. Dat het toezicht regelmatig faalde, blijkt wel uit de vele incidenten en miljardenverliezen die de kranten haalden.
De enquêtecommissie besteedt veel aandacht aan corporatiedirecteuren die rondreden in Maserati’s, zich in prestigeprojecten verslikten en speculeerden met derivaten. Ja, het toezicht schoot te kort. Maar het zou gemakkelijk zijn om alleen de corporaties de schuld te geven. Het toezicht op de sector was twintig jaar lang wisselgeld voor ambitieuze ministers en bestuurders die met corporatiegeld hun begrotingen dichtten, blijkt uit ons onderzoek.
Het kabinet slaat de corporaties nu om de oren met een verhuurdersheffing en een rigoureuze inperking van hun bevoegdheden. Maar als de politiek echt het functioneren van het stelsel onder de loep wil nemen, zal ze ook de hand in eigen boezem moeten steken.