Is er nu ook al iets mis met de waterschappen; de oudste en doorgaans saaiste bestuurslaag van Nederland? Ja, blijkt uit het onderzoek van Investico-redacteuren Karlijn Kuijpers en Thomas Muntz dat deze week mede wordt gepubliceerd in dagblad Trouw en weekblad de Groene Amsterdammer. De pijn zit niet zozeer in eigen land maar over de grens, waar onze dijk- en polderbeheerders geen wettelijke taak hebben. Toch zijn ze daar graag actief om kennis over te dragen en, als ‘exportproduct’, deuren te openen voor het Nederlands bedrijfsleven.
Acht jaar geleden vonden in Nederland de eerste landelijke waterschapsverkiezingen plaats. Dat alle burgers hun waterschapsbestuur direct mogen kiezen, is pas sinds 1995 wettelijk geregeld. In elk huishouden ploft minstens een keer per jaar een aanslag voor waterschapsbelasting in de bus. De besteding daarvan moet dus goed worden verantwoord.
Onze nieuwsgierigheid naar de buitenlandse activiteiten werd gewekt in Colombia, waar redacteur Karlijn Kuijpers er bij een eerder bezoek toevallig tegenaan liep. In Nederland botsen waterprojecten óók regelmatig met lokale belangen van burgers en omwonenden. Daarover wordt dan lang gepolderd om compromissen te bereiken. Ondanks de Nederlandse betrokkenheid en adviezen is daarvan in Colombia weinig te merken. Bewoners worden simpelweg van een rivierdijk verdreven en hun huizen gesloopt.
Onderzoek
Afgelopen voorjaar begonnen de twee verslaggevers hun onderzoek, waarbij de voor Investico gebruikelijke methode werd gevolgd. Ze lazen zich grondig in, hielden tientallen interviews en bezochten bijeenkomsten met experts. Ze ontdekten onder meer dat de financiering van buitenlandactiviteiten direct en indirect uit publiek geld wordt gefinancierd en dat gebruik is gemaakt van een omstreden financieel product.
Afgelopen maand spraken we in Colombia met bewoners en waren we aanwezig in de gemeenteraad van Cali. In het debat wordt naar advies van ‘de Hollanders’ gewezen als argument om bewonersbelangen opzij te zetten. Terecht of niet; de positionering van waterschappen als onafhankelijk expert of ontwikkelingsorganisatie schept verantwoordelijkheid.
Waterschapsbestuurders benadrukken dat hun fondsen goed gevuld zijn en dat de kerntaken in Nederland geen gevaar lopen. Dat is ongetwijfeld waar; vergeleken met de totale budgetten gaat het in het buitenland om kleingeld. Maar zoals het speurwerk van Thomas en Karlijn aantoont, ligt het probleem elders.
geldingsdrang
Waterschappen moesten zich politiek bewijzen omdat hun zelfstandig voortbestaan sinds het eerste kabinet Rutte wordt bedreigd. Dat kabinet wilde, in het streven naar een kleinere overheid, waterschappen opdoeken en hun taken bij de provincies onderbrengen. Mede daarom zijn ze zich over de grens gaan profileren als wegbereider voor Nederlandse belangen.
Onze conclusie is dat waterschappen bestaansrecht hebben als onafhankelijk, degelijk en risicomijdend bestuur van de Nederlandse waterhuishouding. Buitenlandse avontuurtjes om het bedrijfsleven een kontje te geven, en met omstreden leningen toe te treden tot de wereld van de haute finance, doen aan dat imago alleen maar afbreuk.
Jeroen Trommelen, hoofdredacteur Investico