Tien maanden na het begin van de corona-uitbraak werken ziekenhuizen nog altijd niet goed samen om de druk op de zorg landelijk goed te verdelen. Hierdoor moet in sommige regio’s ruim een derde van alle operaties worden uitgesteld, terwijl in andere regio’s slechts een op de vijf operaties niet kan doorgaan. In sommige ziekenhuizen worden urgente behandelingen als een hartoperatie of niertransplantatie zelfs uitgesteld, terwijl in andere ziekenhuizen ook niet-urgente behandelingen gewoon kunnen doorgaan.
Er is nog steeds geen actueel overzicht van de bedden die ziekenhuizen beschikbaar hebben voor reguliere zorg. De NZa vraagt daar wel om, sinds april al. Want zonder overzicht kan de zorg landelijk niet goed verdeeld worden. Maar ziekenhuizen weigerden de gegevens te delen, waardoor de NZa niet kon ingrijpen, blijkt uit onderzoek van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor dagblad Trouw en De Groene Amsterdammer. Pas eind oktober kreeg de NZa van de minister het mandaat om de ziekenhuizen tot openheid te dwingen. Veel belangrijke data zijn nog altijd niet beschikbaar.
Geen eerlijke verdeling
Ziekenhuizen spraken deze zomer af dat ze de coronapatiënten zo gelijk mogelijk over het land zouden verdelen, om zo de regionale verschillen zo klein mogelijk te houden. Maar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd constateerde eind november dat die afspraken onduidelijk zijn waardoor het spreiden van patiënten minder soepel gaat dan gepland. De Inspectie zegt in een reactie dat ziekenhuizen werken aan verbeteringen.
‘Het voelt zeer oneerlijk’, zegt Peter van der Meer, bestuursvoorzitter van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht, midden in een gebied dat zwaar getroffen is in de tweede golf. ‘We hebben in onze regio veel meer coronapatiënten. Dan voelt het vervelend als andere regio’s die druk niet voelen en denken: “het zal wel meevallen”, en dat zij niet meer bedden beschikbaar gaan maken voor coronapatiënten. Ik denk dat je echt wat meer dwang moet regelen.’
Zolang die dwang uitblijft moet NZa-bestuursvoorzitter Marian Kaljouw de ziekenhuizen aanmanen om beter samen te werken. ‘Lever alsjeblieft de data goed aan,’ staat in de notulen van een overleg met de ziekenhuizen op 16 november. ‘Ik heb het gevoel dat de urgentie nog niet bij iedereen goed duidelijk is. Dat moet beter.’
Miljoen gemiste verwijzingen
Door de slechte samenwerking zijn regionale verschillen ontstaan in het verlenen van zorg. Begin december moest in twaalf procent van de ziekenhuizen ‘kritiek planbare zorg’ worden uitgesteld. Dit is zorg die binnen zes weken geleverd moet worden om permanente gezondheidsschade te voorkomen, zoals een kankeroperatie of niertransplantatie.
De Inspectie vermoedt dat ziekenhuizen soms juist de urgente zorg moeten uitstellen, omdat deze patiënten langer ‘bedden’ bezet houden. Het aantal gemiste verwijzingen van huisartsen naar medisch specialisten is sinds het begin van de epidemie opgelopen tot meer dan een miljoen. Voor het ‘zorgenkindje oncologie’, zoals de toezichthouder het noemt, zijn er op dit moment tachtigduizend minder verwijzingen dan vorig jaar.
Na de eerste golf was iedereen het erover eens dat de reguliere zorg niet nóg een keer zou mogen stilvallen. Uitstel van behandelingen zou uiteindelijk immers meer slachtoffers kunnen maken dan de corona-epidemie zelf. ‘We willen koste wat kost voorkomen dat opnieuw planbare operaties moeten worden uitgesteld. Bijvoorbeeld voor hartpatiënten en kankerpatiënten’, zei premier Mark Rutte in september.
Zorginstellingen wensen aansturing
Naast getroffen ziekenhuizen zoals dat in Dordrecht vragen meer zorgorganisaties om duidelijke aansturing. Ze vonden daarvoor bij het ministerie van Volksgezondheid geen gehoor, blijkt uit een reconstructie van het afgelopen half jaar op basis van gesprekken met verschillende zorgpartijen en vertrouwelijke documenten. Hoewel het ministerie sinds het begin van de epidemie benadrukt dat de reguliere zorg moet doorgaan, maakte het ministerie geen plan om dat voor elkaar te krijgen.
Het ministerie van volksgezondheid gaat niet in op de vraag welke maatregelen het neemt om ziekenhuizen tot betere samenwerking te dwingen. Als verklaring voor het late ingrijpen stelt het ministerie dat ‘de tweede golf sneller, eerder en anders kwam dan verwacht, waardoor toch planbare zorg werd, en nog altijd wordt, uitgesteld.’ De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen zegt het beeld niet te herkennen en benadrukt dat er naar vermogen wordt gehandeld.
Het ministerie had ook na de eerste golf geen duidelijke visie om de coronacrisis te bestrijden, blijkt uit de reconstructie. Diverse organisaties smeekten het ministerie vergeefs om sturing. Het ministerie heeft de wettelijke plicht om de crisis te bestrijden, maar liet de aanpak over aan zelfstandig opererende ziekenhuizen, slecht bemande GGD’s, en toezichthouders die niet konden doorbijten. Doordat het ministerie weigerde in te grijpen, liepen essentiële maatregelen vertraging op en tuimelde Nederland onvoorbereid de tweede golf in.
Lees meer over dit onderzoek in Trouw en in De Groene Amsterdammer. Wij publiceerden ook een geannoteerde versie van het hele onderzoek.