De provincie Gelderland heeft sinds 2000 bijna 6,2 miljard verdiend aan energiebedrijf Nuon. Daarmee heeft zij van alle provincies veruit het meest verdiend aan haar energiebedrijf. Brabant haalde 4,9 miljard euro binnen, Overijssel 3 miljard.
Dat blijkt uit onderzoek van De Gelderlander, in samenwerking met Investico, dagblad de Stentor en Omroep Gelderland. Het meeste geld kwam in Gelderland binnen met de verkoop van Nuon aan het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall: 4,4 miljard. Aan dividend en rente kreeg de provincie in de jaren daarvoor en daarna ook aanzienlijke bedragen binnen: 1,8 miljard. Niet eerder werden al die inkomsten in kaart gebracht. De toekomst van het Nuon-kapitaal is het topitem van de verkiezingscampagne voor Provinciale Staten.
Gelderland heeft zich altijd geprofileerd als een zuinige provincie, die anders dan andere provincies de verkoopopbrengst in stand hield en alleen rente en dividend uitgaf. Dat beeld is niet juist. In werkelijkheid heeft Gelderland het meeste energiegeld gebruikt: 2,9 miljard euro. Gelderland ontving veel meer dividend dan anderen en besloot dit standaard te investeren. De Gelderse uitgaven zijn daarmee groter dan die van buurprovincie Noord-Brabant die royaal met geld om zou gaan maar per saldo slechts 2,35 miljard investeerde.
Als het aan Bernard Wientjes had gelegen, had Gelderland nu niet zo veel geld gehad. De voorzitter van VNO-NCW bewoog in 2008 hemel en aarde om de afgeketste fusie tussen Nuon en Essent nieuw leven in te blazen. Hij liet zijn secretaresse een afspraak inplannen met Harry Keereweer, gedeputeerde in Gelderland en daarmee grootaandeelhouder van Nuon. Keereweer had de fusie tussen de Nederlandse energiereuzen geblokkeerd, omdat Nuon – en dus Gelderland – er bekaaid van af zou komen. Een minderheid van de aandelen, twee miljoen klanten moesten worden afgestoten – Keereweer had zijn conclusies getrokken. Er was geen weg terug. Hij liet de afspraak in zijn agenda doorstrepen.
Een dik jaar later was de PvdA-gedeputeerde intensief betrokken bij de deal van de eeuw voor Gelderland. Nuon werd voor 10,3 miljard euro verkocht aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfall. De verkoop leverde de provincie 4,4 miljard euro op, een bedrag dat in delen zou worden betaald. “Financieel was het de hoofdprijs”, zegt Keereweer in het gemeentehuis van Groesbeek, waar hij tegenwoordig burgemeester is. “Als we met Essent verder waren gegaan, was het heel anders gelopen. Lars Josefsson, de baas van Vattenfall, zei bij de presentatie van het akkoord tegen me: ‘We hebben wel heel veel betaald.'”
Dat was een understatement. De waarde van Nuon is in vijf jaar tijd zo’n beetje gehalveerd. Vattenfall heeft miljarden afgeschreven op de miskoop van de eeuw.
Het bedrag, met tien cijfers voor de komma, was zo groot dat het niet in één keer kon worden overgemaakt
In zijn huis in Wijchen heeft Keereweer nog een paar pronkstukken bewaard, die herinneren aan het miljardenakkoord. Zoals het bankafschrift waarmee de provincie Gelderland in een klap zo’n twee miljard euro rijker werd. De eerste betaling moest in drie keer worden overgeboekt. Het bedrag, met tien cijfers voor de komma, was zo groot dat het niet in één keer kon worden overgemaakt. De systemen van de banken kunnen maar negen cijfers aan. Daarom werd het bedrag in drie negencijferige bedragen overgemaakt, drie keer 667 miljoen euro.
Het is bijna een eeuw geleden dat de Provinciale Geldersche Energiemaatschappij werd opgericht, de voorloper van Nuon. Op 24 maart 1915 ging het bedrijf van start, op initiatief van jonkheer Schelto van Citters, commissaris van de koningin. Nuon heeft een tijdje terug 800 meter aan archief overgedragen aan het Gelders Archief. En daar valt terug te lezen hoe de provincie Gelderland 996.000 gulden als startkapitaal inlegde. De provincie ging voortvarend van start en probeerde zoveel mogelijk gemeenten aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Makkelijk ging dat niet – door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren elektriciteitskabels moeilijk verkrijgbaar. Niet overal in Gelderland was het enthousiasme voor stroom even groot. In Druten had de gemeenteraad geen interesse in elektriciteit. Wat moesten ze ermee? Tot ontsteltenis van de industriëlen van Druten.
Decennialang was de PGEM een degelijk energiebedrijf, in overheidshanden. Alles veranderde in de jaren negentig, toen onder invloed van Europese liberalisering een fusiegolf door Nederland sloeg. Onder leiding van de flamboyante directeur Tob Swelheim en gedeputeerde Ton Doesburg manoeuvreerde de PGEM handig en werd het de leidende macht in Nuon. Zo vond Gelderland zich aan het begin van deze eeuw, als de rookwolken zijn opgetrokken, terug als grootaandeelhouder van een energiereus. Een reus, die flinke winsten maakt en op initiatief van Gelderland hoge dividenden uitkeert aan de aandeelhouders. Nuon snoeide rigoureus in de kosten en de winsten spoten omhoog. In korte tijd explodeerde het dividend voor Gelderland, van 4 miljoen in 1999 naar 204 miljoen in 2008, eenenvijftig keer zoveel. In vijftien jaar tijd ontvangt Gelderland 1,8 miljard euro aan dividend en rente. Het biedt ongekende mogelijkheden aan het provinciebestuur. Het geld gaat in een fonds, het Meerjaren Investeringsfonds Gelderland, dat als doel heeft de Gelderse economie structureel te verbeteren. Daaruit vloeien jaar na jaar tientallen miljoenen naar de steden. Sinds 2000 is in die steden geen publiek gebouw meer verrezen zonder dat de provincie daar aan meebetaalde.
Gelderland wil zichzelf afschilderen als zuinig, sober, het tegendeel van Zuid-Holland dat de boot in ging met riskante speculaties
Het vrachtschip met geld komt in 2009 Gelderland binnenvaren, als Nuon verkocht wordt aan Vattenfall. Gelderland was daar niet voor. In 2007 stond nog in het collegeakkoord dat de provincie nog zeker vier jaar lang aandeelhouder zou blijven. Maar als het parlement besluit dat energiebedrijven gesplitst moeten worden omdat Europese richtlijnen dit zouden voorschrijven, veranderen de opvattingen. Nuon moet verkocht worden. Alliander, dat de leidingen en kabels beheert, blijft in overheidshanden. Nadat de zaak in het carnavalsweekend van 2009 rond is gekomen, wordt gedeputeerde Theo Peters van Financiën populair. De ene na de andere zakenbankier meldt zich in het Huis der Provincie in Arnhem. “Ik heb bankiers op bezoek gehad die mij rendementen van 7, 8 procent voorspiegelden.”
Peters wil er niets van weten. Gelderland wil zichzelf afschilderen als zuinig, sober, het tegendeel van Zuid-Holland dat de boot in ging met riskante speculaties. Peters: “Ik wilde geen toprendementen. Ik heb altijd gezegd: wij zijn niet op rendementsjacht. We willen nul risico, het rendement doet er niet toe.”
Het college van Gedeputeerde Staten besluit dat het ontvangen kapitaal veilig wordt belegd en dat alleen de rente mag worden uitgegeven. Bij hun afscheid in 2011 benadrukken de drie CDA-gedeputeerden Peters, Esmeijer en Van Haaren dat ze altijd behoudend hebben geopereerd. ‘Wij zijn zuinig, wij kijken op een dubbeltje’, zeggen ze. Toch gaat niet het hele kapitaal naar de bank. Een bedrag van 500 miljoen euro mag worden besteed aan interessante projecten in Gelderland. Het extraatje kon eraf, vond ook Keereweer, omdat Vattenfall een hogere prijs betaalde om vanaf dag één de macht in handen te hebben bij Nuon. De miljarden werden in fases overgemaakt, maar de macht werd in een keer overgedragen.
Ondertussen jaagt de provincie ook het dividend bij Alliander op. Het stijgt snel, naar 55 miljoen in 2014. Terwijl de PVV er over klaagt dat klanten niet weg kunnen bij de monopolist Alliander, houdt gedeputeerde Markink de Staten voor dat winstmaken goed is voor Alliander. De focus daarop maakt het bedrijf scherper.
Al snel na het vertrek van Peters raakt de provinciale bankrekening wat leger. Er gaat 100 miljoen naar leningen voor het bedrijfsleven via participatiebedrijf PPM Oost, 250 miljoen naar een impuls voor de Gelderse economie en 233 miljoen naar de vervroegde afschrijving van wegen. Zo is er ruim vijf jaar na de verkoop van Nuon al 1,1 miljard van het kapitaal uitgegeven. Dat gevoegd bij de 1,8 miljard aan dividenden en rentes die Gelderland sinds 2000 ontving, maakt dat de provincie in vijftien jaar tijd 2,9 miljard euro in allerlei projecten stak. Dat is meer dan Overijssel en Brabant, die weliswaar een veel groter deel van hun geld uitgaven maar in totaal minder binnenkregen. “Wij waren beslist zuiniger dan Overijssel en Brabant”, vindt Peters ook nu nog.
De juiste bedragen zitten niet bij iedereen in de Gelderse politiek goed in het hoofd. Lang niet alle voorzitters van de statenfracties weten hoeveel geld ze tot hun beschikking hebben. Als hen eind 2014 de vraag voorgelegd wordt hoeveel geld ze nog over hebben, zijn de antwoorden zeer verschillend.
Op de vraag hoeveel geld er nog beschikbaar is, gokt iedereen mis
De twee gedeputeerden Jan Jacob van Dijk (CDA) en Jan Markink (VVD) hebben het bijna goed. Ze vergeten alleen dat ze ruim 200 miljoen euro hebben gebruikt om een aantal wegen vervroegd af te schrijven. De fractievoorzitters, die wat verder van het vuur zitten, hebben de cijfers niet paraat. De verkoopopbrengst van ruim 4,4 miljard is nog redelijk goed bekend. Maar op de vraag hoeveel geld er nog beschikbaar is, gokt iedereen mis. Klaas Ruitenberg (SGP) denkt dat er nog 4 miljard is, Eric van Kaathoven (SP) die de opbrengst op 4,8 miljard schatte, denkt dat er 700 miljoen was uitgegeven. Michiel Scheffer (D66) verkeert in de veronderstelling dat het hele bedrag nog veilig in kas is. “We hebben alleen de rente uitgegeven”, zegt hij tamelijk zelfverzekerd.
D66 profileert zich in de lopende verkiezingscampagne als de partij van het investeren. In vier jaar wil de partij 1,2 miljard uitgeven. Het is daarin niet de enige. Vier jaar na zijn vertrek is het gedachtengoed van Theo Peters in rook opgegaan. VVD en SGP schrijven in hun verkiezingsprogramma nog dat van verjubelen geen sprake mag zijn, maar de meeste grote partijen kiezen voor een andere koers. Investeren is het nieuwe motto. Het CDA, Peters’ eigen partij, heeft een heel andere koers ingezet en wil 500 miljoen van het stamkapitaal uitgeven, net zoveel als de SP, nog niet zo lang geleden de tegenpool van het CDA.
De oudgedienden moeten weinig hebben van de nieuwe wind. Theo Peters pakt er, op een koude donderdagmiddag in café Goossens in Nijmegen een bierviltje bij, om het voor te rekenen. “Er is nog 3,3 miljard over. Dat levert je ongeveer 100 miljoen per jaar op. Vier keer 100 miljoen maakt 400 miljoen. Dat is nog altijd heel veel geld. Mijn stelling is altijd geweest: je moet eerst kijken hoeveel geld je hebt. Daarna maak je plannen. Niet andersom. Bovendien is veel geld wel bestemd, maar niet uitgegeven. In het college heb ik altijd gezegd: je moet eerst je bord leeg eten voordat je opnieuw mag opscheppen. De rente blijft bovendien niet eeuwig laag. Wil je echt tegen volgende generaties zeggen: voor jullie is er niets over, tussen 2015 en 2020 hebben wij alles opgemaakt. Het is een vorm van populisme, van snel scoren.”
Ook Keereweer zit nog op de behoudende lijn van weleer. Hij kan er niet over uit dat D66-leider Alexander Pechtold op tv aankondigde dat het provinciale geld moet rollenn. “Ik dacht: pedant ventje, verjubel het nu niet. Zorg voor de toekomst, als een goed huisvader.”
Dit artikel verscheen in De Stentor