De aanwezigen debatteerden naar aanleiding van ons nieuwste dossier over nevenfuncties, transparantie, integriteit en de onderzoeksagenda. Wij organiseerden het debat in samenwerking met De Groene Amsterdammer en Spui25.
In ons onderzoek vonden we een forse schaduwuniversiteit en constateerden we dat verwevenheid van belangen geen uitzondering is. Het is het uitgangspunt van waaruit veel onderzoekers hun werk verrichten. De gevolgen van het grote aantal nevenfuncties zijn moeilijk te overzien. We vonden gevallen waarbij onderzoekers hun resultaten aanpassen of achterhouden. Maar veel vaker ging het om subtiele afstemming: een hoogleraar die even met zijn nevenwerkgever overlegt en de onderzoeksmethoden of onderzoeksvraag van tevoren ‘afstemt’.
Xandra Schutte introduceert het panel van hoogleraren voor debat over nevenfuncties nav onderzoek @DeGroene pic.twitter.com/nfJaEFq9pd
— SPUI25 (@SPUI25) December 8, 2014
Onze bevindingen leverden een fel debat op. Arnoud Boot, hoogleraar bedrijfseconomie, pleitte voor de invoering van een hoogleraarseed. ‘Als er plannen zijn om bankiers een eed te laten afleggen, moeten hoogleraren dat zeker doen’, zei hij. ‘Hoogleraren zouden moeten zweren dat ze hun nevenfuncties melden en moeten worden ontslagen als blijkt dat ze dat niet doen.’
Arnoud Boot: “Het is niet de verantwoordelijkheid van de universiteit om nevenfuncties bij te houden – dat moet de wetenschapper zelf doen.”
Hij benadrukte verder dat universiteitsbesturen onvoldoende in staat zijn om wetenschappelijke integriteit te waarborgen: ‘Ze kunnen academische en financiële belangen niet goed afwegen. Ze doen maar wat.’
De rector van de Universiteit Twente, Ed Brinksma, benadrukte juist de voordelen van nevenfuncties: ‘Veel onderzoek is zo duur dat het niet gedaan zou worden als universiteiten niet samenwerken met externen.’ Hij vindt dat hoogleraren enkel relevante nevenfuncties hoeven te melden.
Frank Miedema, decaan van de medische faculteit in Utrecht en initiatiefnemer van Science in Transition, was genuanceerd en pragmatisch. ‘Wanneer de overheid niet investeert in onderzoek, moet het geld van samenwerking met private partijen komen’, zei hij. ‘Maar dan moet je wel goede afspraken maken.’
Volgens Frans Brom, onderzoeker bij het Rathenau Instituut, zijn nevenfuncties belangrijk om onderzoek af te stemmen op maatschappelijke behoeftes en problemen. ‘Door nevenfuncties zie ik beter welk onderzoek relevant is en welke problemen opgelost moeten worden’.
Jasper van Dijk, kamerlid van de SP, wierp in een uitgesproken column licht op de politieke kant van de zaak. De politiek juicht verwevenheid toe, zo stelde hij. Maar ‘als de wetenschap willens en wetens de markt op wordt gejaagd, wordt onafhankelijkheid een fictie. Als openheid over nevenfuncties wordt verwaarloosd, weet het publiek niet naar wie het luistert. Dan worden dubbele petten de norm, onder het mom van ‘valorisatie’, ‘interactie’ en ‘kruisbestuiving’.’
Een criticus uit de zaal bracht een ingewikkelde casus ter sprake: wat als hoogleraren betaald worden vanuit de tabaksindustrie en vervolgens de hoogleraarstitel gebruiken om te lobbyen voor de industrie? Moeten zij worden ontslagen? Het was een van de moeilijkste discussiepunten. Wanneer heeft iemand academische vrijheid om het oneens te zijn met heersende ideeën? En wanneer gaat dit te ver en misbruikt de hoogleraar zijn positie om een industrie te promoten? Die vraag zal nog lang na de avond in SPUI25 onderwerp van debat blijven.