Een doodshoofdpamflet, vastgespijkerd op bomen in wegbermen, maakte in het voorjaar van 2009 veel emoties los in de Graspeel. Onheilspellende ziektes zouden het welzijn van dier en mens rond de dorpen Zeeland en Langenboom gaan verpesten, zo werd indringend verbeeld. Het was een voor Brabant ongewoon activistisch protest tegen negentien megaveehouderijen die de Graspeel zouden gaan innemen, geleid door de overheid als projectontwikkelaar. Dit gebied moest het paradepaardje worden van de Brabantse landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s), waar megaveehouderijen zich probleemloos zouden kunnen vestigen en ontplooien. Voor de infrastructuur van twaalf LOG’s kwam zeventien miljoen euro overheidssubsidie los. Europa betaalde fors mee. In de Graspeel zijn met dit geld wegen verbreed en het elektriciteitsnet versterkt. De provincie legde bovendien zestig miljoen opzij om verplaatsing van veehouderijen naar deze gebieden te bekostigen. Het zag er veelbelovend uit. Maar het doodshoofdpamflet symboliseerde toen al het einde van wat nog nauwelijks was begonnen: de reconstructie van het Brabantse buitengebied. De beoogde hergroepering van veehouderijen liep niet alleen stuk op hevig verzet van omwonende burgers, maar ging ook ten onder aan onbegrip en onvermogen bij de beleidsmakers. Dit beeld schilderden in 2010 betrokken bestuurders en politici in een uitgelekt onderzoeksrapport dat in de la verdween.
Hoeveel gemeenschapsgeld is vermorst met de reconstructie, werd evenmin onderzocht. Ook niet door de Zuidelijke Rekenkamer, die toch het patent heeft op zulk onderzoek. Veel geld moet zijn opgegaan aan het faciliteren van commissies waarin belangengroepen jarenlang met elkaar polderden over zeven regionale ontwikkelingsplannen, die thans volledig zijn uitgewist. En daarmee ook de stapels rapporten die in dat proces werden geproduceerd.
De provincie dacht de reconstructieplannen te kunnen uitvoeren met honderd miljoen euro winst die zij op voorhand had ingeboekt op de huizen-voor-stallen-regeling. Met dit project, Ruimte voor Ruimte, staat zij veertien jaar later nog op honderd miljoen verlies. Van de tweehonderd miljoen waarmee de afbraak van oude veestallen werd bekostigd, is pas de helft terugverdiend met de verkoop van grote bouwkavels.
Ook leed de provincie een half miljoen euro verlies op bouwgrond die zij zelf voor Ruimte voor Ruimte aanschafte. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportages van het provinciale Ontwikkelbedrijf, opgetuigd uit de rijkdom die de provincie vergaarde als grootaandeelhouder van energieconcern Essent. Het Ontwikkelbedrijf kocht ook grond in de LOG’s.
Bij dit onderdeel van het reconstructiedebacle is op zijn minst al zeven miljoen euro overheidsgeld in rook opgegaan
Toen Provinciale Staten 20 maart 2010 een halt toeriepen aan de grootschalige veehouderij in Brabant, verloren de LOG’s hun betekenis. Vestiging van nieuwe bedrijven werd ook daar verboden en uitbreiding van veehouderijen beperkt tot anderhalve hectare. Gronden die voor dit doel waren aangekocht, moesten worden afgewaardeerd. De provincie schatte dit verlies in 2011 nog op 3,5 miljoen euro aan Essent-geld, maar er zijn meer schadeposten. Zeven gemeenten ontvingen samen 230.000 euro ter vergoeding van planontwikkelingskosten voor LOG’s die er nooit meer komen. Bernheze, dat de meeste plannen maakte, kreeg van de provincie bijna 95.000 euro en Deurne veertig mille. Met vier gemeenten wordt nog over een vergoeding onderhandeld. Ook zijn er elf schadeclaims van boeren die door de provincie in hun groei worden gedwarsboomd.
Bij dit onderdeel van het reconstructiedebacle is op zijn minst al zeven miljoen euro overheidsgeld in rook opgegaan, zo blijkt uit onderzoek van deze krant. De grootste verliezen werden onmiskenbaar geleden in de Graspeel.
Dacht de provincie aanvankelijk in haar Ontwikkelbedrijf 980.000 euro te moeten afboeken op zeven geplande veelocaties die zij in de Graspeel had aangekocht, inmiddels is dit verlies opgelopen tot bijna 1,7 miljoen. De gemeente Landerd zag in dit LOG maar liefst 2,6 miljoen euro verdampen. Haar tekort wordt volledig afgedekt met een toeslag op speciale woningbouwkavels voor particulieren die meebetalen aan kwaliteitsverbetering van het buitengebied.
Voor het risico dat Landerd in de Graspeel met deze financieringsbron loopt, staat de provincie garant met haar Ontwikkelfonds en daarmee met Essent-geld. Een flink deel van de opgelopen schade in de Graspeel ontstond door twee transacties die opmerkelijk slecht uitpakten voor de overheid (zie de kaders hieronder).
Tweede misser
De tweede opmerkelijke schadepost in de Graspeel betreft de varkenshouderij Schuifelenberg 3. Bestemd voor een veehouder die aan de rand van Zeeland moet wijken voor uitbreiding van het bedrijventerrein Voederheil. In het koopcontract dat de gemeente Landerd met hem sloot over Voederheil, wordt meteen de verkoop en uitbreiding vanSchuifelenberg 3 naar een megacomplex van 3,5 hectare onvoorwaardelijk geregeld.
De met deze boer, Th. van Deijne, overeengekomen prijs voor Schuifelenberg 3 ligt tachtigduizend euro beneden de getaxeerde waarde waarvoor de gemeente deze varkenslocatie in 2007 eerst kocht en toen doorverkocht aan de provincie. Als de provincie Schuifelenberg 3 in maart 2009 weer terugverkoopt aan Landerd, neemt zij tachtigduizend euro verlies. Omdat Van Deijne dit ‘bij de gemeente had bedongen’, luidt haar verklaring.
De gemeenteraad van Landerd maakte toen al een pas op de plaats met het LOG Graspeel, ruim voordat Provinciale Staten de megastallen een halt toeriepen. Niettemin blijft voorSchuifelenberg 3, als al lopende zaak, uitbreiding tot 3,5 hectare mogelijk. De gemeente vraagt hiervoor bij de provincie ontheffing aan. Nog maar de helft blijkt bestemd voor Van Deijne, het andere deel zou als bouwlocatie worden doorverkocht aan een tuinbouwbedrijf. Aan dit opzetje werkt de provincie niet mee. Alleen de varkensboer krijgt 1,75 hectare.
Dit keer draait Landerd op voor de schade. Bij verkoop betaalt Van Deijne volgens de notariële acte nog maar 593.000 euro voor Schuifelenberg 3. De gemeente leidt uiteindelijk een verlies van 571.000 euro. En dan nog vooral omdat de stallen die (getaxeerd) 330.000 euro waard zijn, gratis worden meegeleverd, zo licht zij desgevraagd toe. Anders zou verplaatsing voor Van Deijne te duur worden. Want hij moet de stallen ook nog volledig slopen om een nieuw bedrijf te kunnen neerzetten dat aan de duurzaamheidseisen voldoet, zo verklaart de gemeente.
Met het ongefundeerd subsidiëren van deze verplaatsende boer begeven provincie en gemeente zich op het gladde ijs van concurrentievervalsende staatssteun, in strijd met Europese regels. Dat was niet nodig geweest als Landerd diens hele varkenshouderij op Voederheil, bestemd voor uitbreiding van het bedrijventerrein en daarom vallend onder het gemeentelijk voorkeursrecht, had aangekocht op onteigeningsbasis tegen volledige schadeloosstelling. Maar de gemeente kocht van de boer alleen de kale grond die zij nodig heeft voor het bedrijventerrein. Diens bedrijfslocatie werd als overblijvend probleem doorgeschoven naar de reconstructie, die daarvoor niet bedoeld is. In het besluit waarmee de provincie instemde met verplaatsing wordt hierover gezwegen.
Het resultaat van deze belangenvermenging is dat aan de Schuifelenberg toch nog een megabedrijf van zeventienduizend varkens kan komen. Het bestemmingsplan hiervoor is goedgekeurd, de uitbreidingsvergunning wordt verleend. De gemeente veegde alle bezwaren van tientallen burgers van tafel. Het laatste oordeel hierover is aan de Raad van State.
Te betwijfelen valt of Van Deijne nog aan de slag gaat in de Graspeel. Terwijl zijn varkenshouderij op Voederheil ruim een jaar terug ophield te bestaan, wordt Schuifelenberg 3 nog steeds gebruikt door een andere varkenshouder. Verkoop lijkt een kwestie van tijd.
Eerste misser
De eerste opmerkelijke schadepost in de Graspeel betreft een dubbele boerderij met achttien hectare grond aan de Witte Dellen die de provincie begin 2008 voor bijna 2,5 miljoen euro aanschafte. De aankoop was bedoeld voor twee veehouderijen van elk drie hectare. De provincie verleende hiervoor in 2011 ontheffing van haar megastallenverbod aan boeren uit Reek en Velp. De ontheffingen blijven echter ongebruikt omdat de gemeente deze bedrijfsconcentratie onmogelijk heeft gemaakt. Aan de Witte Dellen mag nog maar één veehouderij van 1,5 hectare komen. Bij verkoop van deze locatie begin dit jaar wordt de resterende 4,5 hectare met een half miljoen euro afgewaardeerd van bouw- naar cultuurgrond. De langgevelboerderij met stallen op nummer 3a gaat voor de helft van de aankoopprijs weg, evenals de woning op nummer 5. Volgens de provincie is deze waardedaling het gevolg van de huizencrisis. Van de 2,5 miljoen euro die zij in de dubbele veelocatie investeerde, resteert nog maar één miljoen. Een verlies van 1,5 miljoen, terwijl 380.000 euro was ingeboekt.
De fortuinlijke koper is niemand minder dan geitenboer E. Smits. Bekende Brabander geworden toen de provincie in 2012 zijn onherroepelijke bouwvergunning voor een grote geitenstal wilde laten vernietigen, een zeldzaam paardenmiddel. Aangezien minister Melanie Schultz van Haegen dit weigerde omdat de toenmalige bouwstop voor geitenhouderijen volgens haar niet was geschonden, werd de stal afgebouwd.
De burgeractiegroep Groen Graspeel vreest dat Smits om de hoek aan de Witte Dellen nu nóg een geitenbedrijf kan beginnen. Maar volgens de provincie verbiedt het bestemmingsplan dat.
Dit artikel verscheen in het Brabants Dagblad