De afgelopen twintig jaar hebben opeenvolgende colleges van burgemeester en wethouders en gemeenteraden bewust geïnvesteerd om de stad sterker te maken voor de mensen die er wonen. Mede hierdoor gaat het, in vergelijking met andere grote steden en ondanks de crisis, goed met ‘s- Hertogenbosch.
Ik neem dan ook afstand van het door De in het Brabants Dagblad geschetste beeld rondom de besteding van de Essentgelden. Deze reactie geef ik namens het hele college van burgemeester en wethouders. Het beeld is tendentieus, onjuist en onvolledig. Dit brengt schade toe aan generaties stadsbestuurders, die zich met hart en ziel hebben ingezet voor de ontwikkeling van onze stad.
Er is bewust voor gekozen om de opbrengsten van de energiebedrijven ten goede te laten komen aan de stad en zijn inwoners. Binnen onze gemeente gaat ongeveer 500 miljoen euro per jaar om. Dit geld besteedt de gemeente aan reguliere taken en investeert de gemeente in projecten. Daarnaast voert de gemeente een robuust financieel beleid en zijn de woonlasten voor onze inwoners heel laag.
Reguliere taken zijn bijvoorbeeld: goede scholen, goede sportvoorzieningen, schone en veilige wijken, armoedebeleid. Ook bereidt de gemeente zich actief voor op nieuwe taken. Op gebied van jeugdzorg, AWBZ en participatie wil het gemeentebestuur een sociaal gemeentelijk beleid voeren.
Daarnaast investeert het gemeentebestuur in projecten, die de stad sterker maken. Grote stedelijke projecten als bijvoorbeeld de huisvesting van het VMBO, de Randweg, het museumcluster en projecten in de wijken. Een sterke stad is vervolgens in staat om extra maatregelen te nemen voor mensen, die een steuntje in de rug kunnen gebruiken.
Op financieel gebied is steeds een solide beleid gevoerd en geld opzijgezet voor de toekomst. De woonlasten zijn in ‘s-Hertogenbosch in vergelijking met andere grote steden heel laag. In de afgelopen tien jaar zijn de woonlasten niet of nauwelijks gestegen en de laatste drie jaar zelfs gedaald. De balans tussen geld uitgeven, sparen en woonlasten is goed in het oog gehouden. De gemeenteraad beslist, na een zorgvuldig afwegingsproces over de besteding van de financiën. Dat niet iedereen het altijd eens is met die keuzes begrijp ik, maar het democratisch systeem biedt de beste waarborgen voor een gedegen en transparante besluitvorming.
Voordat Essent verkocht werd, ontving de gemeente een jaarlijks dividend van zo’n 15 miljoen euro. Deze middelen zijn ingezet voor de reguliere activiteiten. De verkoop van het gemeentelijk energiebedrijf heeft 110 miljoen euro opgeleverd. Met deze middelen zijn bijvoorbeeld de Randweg, een containerterminal, de brandweerkazerne en de huisvesting van de gemeente (stadskantoor en bestuurscentrum) gerealiseerd.
De verkoop van Essent leverde 375 miljoen op. Dit bedrag is gedeeltelijk ingezet voor onze reguliere taken, zoals boven omschreven. Een ander deel is gestort in het investeringsfonds en aangewend voor projecten zoals de Brede Bossche scholen, Grote Stedenbeleid voor achterstandswijken, ecologische verbindingszones en de sporthal van Flik-Flak. Tenslotte is een gedeelte op de bank gezet en gebruikt om de wegvallende dividendopbrengsten te compenseren. In de beeldvormende grafiek bij het artikel staat dat het gemeentebestuur 415 miljoen van de opbrengst heeft geïnvesteerd in projecten. Dit is onjuist, er is ruim 200 miljoen aan projecten besteed.
In de jaren 1980 stond onze stad er niet goed voor. Er werd nauwelijks geïnvesteerd. Door de verkoop van het gemeentelijk energiebedrijf ontstond investeringsruimte. Een visie op de stad werd ontwikkeld, stadsbestuurders toonden nieuwe ambities, er kwam weer elan in stad en de ontwikkeling van de stad kreeg een impuls. De Binnendieze werd gerestaureerd en er werd een start gemaakt met het herstel van de vestingwerken. De openbare ruimte in de binnenstad werd integraal opgeknapt.
Dit zorgde ervoor dat ondernemers weer bereid waren daar te investeren. Jaarlijks bezoeken circa 1,6 miljoen bezoekers onze stad en zij geven 200 miljoen euro uit in onze prachtige historische binnenstad. Er zijn steden van vergelijkbare omvang die het met veel minder moeten doen en die in lastige tijden dan ook meer leegstand van winkels hebben dan ‘s-Hertogenbosch.
De bereikbaarheid verbeterde door de bouw van een nieuw station, de Randweg en de transferia. De goede bereikbaarheid van de stad en het culturele aanbod zorgen er ook voor dat de stad aantrekkelijk is voor nieuwe (hoogwaardige) bedrijven en in het verlengde daarvan bedrijven met werk voor lager opgeleiden. ‘s-Hertogenbosch heeft bijna 100.000 arbeidsplaatsen op nog geen 150.000 inwoners. In het onderzoek van Elsevier naar economische toplocaties stond de stad het afgelopen jaar op de vierde plaats.
Met de bouw van het Paleiskwartier is het centrumgebied fors vergroot en zijn nieuwe hoogwaardige en moderne woningen en kantoren gerealiseerd. Ook hebben zich belangrijke onderwijsvoorzieningen zoals het Koning Willem I college, HAS en Avans met bijna 17.000 studenten aan de Onderwijsboulevard in het Paleiskwartier nabij het station gevestigd, en maakte de Randweg het mogelijk dat er nu een nieuw en modern Jeroen Bosch Ziekenhuis in onze stad is.
Onze stad biedt al onze burgers een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Er is geïnvesteerd in bijzondere bouwprojecten als bijvoorbeeld Haverleij en in de bestaande wijken. Ik ben ervan overtuigd dat veel bewoners in wijken die we tot voor kort nog aandachtswijken noemden, zoals De Haren, De Donk, De Reit, Deuteren en Barten, een stuk aangenamer en veiliger wonen dan pakweg tien jaar geleden.
Dit blijkt ook uit de sterk verbeterde veiligheidscijfers. Op externe ranking-lijstjes scoort de stad goed. ‘s-Hertogenbosch hoort bij de top qua woonstad, gastvrije stad, fietsstad, cultureel aanbod, toeristisch bezoek en economische toplocaties. Ook is de werkloosheid lager dan het landelijk gemiddelde. Er is alle reden om trots te zijn op onze stad. Door de jaren zijn honderden projecten uitgevoerd. Een enkele keer gaat er ook wel eens wat mis en is er sprake van een forse overschrijding. Ik begrijp dat eenieder ons hierop kritisch bevraagt en het gemeentebestuur wil ook graag verantwoording afleggen en er lessen van leren. Dergelijke fouten zijn heel vervelend, met name als onze burgers direct tekortgedaan worden. Ik realiseer me ook dat waar gewerkt wordt er zaken mis kunnen gaan en dat fouten niet uit te sluiten zijn.
Wij zijn trots op hoe goed onze stad zich ontwikkeld heeft en er voor staat. Dit is het resultaat van een consistente aanpak van achtereenvolgende generaties stadsbestuurders. Uiteraard heeft het gemeentebestuur dat niet alleen gedaan. Ook ondernemers, instellingen, burgers en ambtenaren hebben zich ingezet en hebben geïnvesteerd. Allen hebben zich aan onze stad verbonden en de stad gemaakt tot wat zij nu is: een sterke stad en een sociale stad.
Ton Rombouts, burgemeester van ‘s-Hertogenbosch, ook namens college van burgemeester en wethouders
Dit artikel verscheen in het Brabants Dagblad