Ettelijke miljarden uit de energieopbrengsten werden door heel Nederland omgezet in stenen, asfalt en beton. Niet verwonderlijk, gezien de ijzersterke lobby van de bouwsector, zegt hoogleraar public affairs Arco Timmermans van de Universiteit Leiden. ‘Het is heel plausibel dat Bouwend Nederland al bij de discussie over de privatisering van de energiesectoren heeft geanticipeerd. Want bij verkoop kwam er investeringsvermogen vrij bij provincies, en die gaan voor een groot deel naar infrastructuur.’
Gelderland investeert kleine 100 miljoen euro
Vervolgens kwam de financiële crisis de bouwsector in zekere zin goed uit, zegt Timmermans. Accountants, kinderdagverblijven en hondentrimsalons hadden net zo goed last van de crisis. ‘Maar de bouw wist het best een sense of urgency te creëren dat er juist nu geïnvesteerd moest worden.’ Dat blijkt bijvoorbeeld uit een brief van Bouwend Nederland aan de eigen achterban. In juni 2013 besluit de provincie Gelderland een kleine 100 miljoen euro van het Nuon-kapitaal aan te wenden voor een ‘robuuste investeringsimpuls’. ‘Bouwend Nederland Oost is zeer verheugd met deze maatregel en heeft er via de fracties in de Staten ook stevig voor gelobbyd’, schrijft de brancheclub. Gelderse bouwers mogen uiteindelijk voor 70 miljoen euro corporatiewoningen gaan verduurzamen.
Lobbyen gaat over voorselectie
In het jaarverslag 2010 noemt Bouwend Nederland het voorbeeld van gemeentelijke bouwoverleggen in Leiden, waar ‘wordt meegedacht over de besteding van Nuon-gelden die de gemeente op de plank heeft liggen: de afdeling heeft verschillende doelen benoemd waarbij de sector bouw en infra een rol kan spelen.’
Lobby gaat vaak over het aandragen van oplossingen, waarbij niet altijd duidelijk is voor welk maatschappelijke probleem die oplossing precies wordt voorgesteld, schetst Timmermans. ‘Lobbyen gaat over voorselectie: wie snel een oplossing in beeld brengt, staat op voorsprong in het spel. Ook al is dat soms vooral een oplossing voor de branche zelf.’